60
28 Juni 1934.
ding dient het talud te worden nat gehouden tot de
zoden voldoende zijn aangeslagen.
4. De sloot gelegen op en langs de Oostzijde van
het terrein van adressanten zal geheel moeten worden
gedempt met zuiver zand. Onder het gedeelte voor
straat bestemd zal deze sloot tot den vasten bodem
moeten worden uitgebaggerd, voordat met dempen
wordt aangevangen.
5. Langs de kade zal over de volle lengte en in
aansluiting met de bestaande schoeiïng van de Esch-
doornkade een schoeiïng moeten worden aangebracht
van gecreosoteerde vuren- of dennenhouten deelen,
palen en tengels.
De bovenkant der schoeiïng moet worden gemaakt
op 0.45 M. N.A.P. en oploopende bij de brug tot den
bovenkant van de brug. De onderkant van de schoeiïng
moet worden gemaakt op 1.05 M. beneden N.A.P.,
afloopende tot 1.65 M. beneden N.A.P. naar het land-
hoofd van de brug.
Over de paden moeten 3X7 c.M. tengels worden
aangebracht.
De schoeiïngsdeelen moeten 4 c.M. dik zijn.
Op afstanden van 1.25 M. hart op hart zullen
10 X 12 c.M. schoeiïngspalen inoeten worden aange-
bracht ter normale lengte van 1.50 M. en naarmate
de boven en onderkant der schoeiïng wijzigt, dient
ook de lengte der schoeiïngspalen te worden gewij-
zigd. De schoeiïng moet, waar noodig, worden ver-
ankerd rnet 1 dms. ankers.
De schoeiïngsplanken en tengels rnoeten, naar den
aard van het werk tegen de palen worden bevestigd.
Het creosoteeren moet geschieden volgens de A. V.
van den Rijkswaterstaat.
De bestaande brug dient volgens aanwijzing van
Burgemeester en Wethouders te worden gerepareerd
en vernieuwd.
6. De rioleering met putten enz. zal door de ge-
meente worden aangebracht. Voordat met het aanbren-
gen hiervan zal worden aangevangen, moeten adres-
santen de kosten hiervoor betalen aan het bedrijf voor
Openbare Werken. De kosten worden bepaald op een
bedrag van f 2000.De rioleering zal moeten worden
aangebracht voordat met de ophooging wordt aange-
vangen.