28 Juni 1934. 123 inkomen achteruitgegaan, zoodat het een onbillijkheid zou zijn om het gemeente-personeel in een bevoor- rechte positie te plaatsen, hetgeen bovendien, zooals de heer Van Unen terecht opmerkte, niet in het voor- deel van het personeel zelf zou zijn. Hoe gouverne- menteel spreker ook is, toch zal hij ditmaal niet met het voorstel van Burgemeester en Wethouders mede kunnen gaan. De heer /onckb'.oedt zegt, dat de heer DeTello den heer Audretsch wel op zijn zonden heeft gewezen, doch spreker heeft de vorige maal ook tegen die motie gestemd, hoewel hij toen reeds met hart en ziel vôör het voorstel was, dat nu ter tafel is gekomen. De vergadering van de Commissie voor het Georganiseerd Overleg moest echter van die Commissie zelf uitgaan en spreker achtte het niet juist, om Burgemeester en Wethouders door middel van een motie tot hetbijeen- roepen van een vergadering van die Commissie aan te zetten. Daarom heeft spreker dezelfde houding aan- genomen als de heer Audretsch. De heer Van der Erf merkt op, dat deze kwestie van loonkorting op een voor hem bevredigende wijze is opgelost. bpreker had wel gedacht, dat het den heer Van Unen zcu bevredigd hebben, dat deze aan- gelegenheid was opgeschort tot 1 Januari 1935. Hij acht het ook niet juist om naar andere gemeenten te kijken en zou overigens de vraag willen stellen of de heer Van Unen in navolging van andere gemeenten ook bereid zou zijn, oin tot verhooging van de loonen en salarissen over te gaan. De heer Dr. Droog, Wethouder, wil op de eerste piaats protesteeren tegen de opvatting ais zouden Burgemeester en Wethouders hun draai hebben geno- men. Wat het principieele gedeelte van de bezwaren, die tegen het voorstel van Burgemeester en Wethou- ders zijn gerezen betreft, zegt spreker, het daarmede niet oneens te zijn. Ook nu nog zijn Burgemeester en Wethouders van meening, dat een korting van 16pCt. niet onredelijk zou zijn. Het komt echter maar aan op den datum van invoering van die korting. Burgemees- ter en Wethouders meenden, die korting nog even te moeten uitstellen, ten eerste, orndat in de begrooting slechts een korting van 6 pCt. was opgenomen en ten tweede, omdat nog niet bekend is, hoe het met de salarissen van het politiepersoneel zal loopen. Burge- meester en Wethouders zijn van meening, dat er tus- schen de salarieering van de verschillende groepen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 11