28 Juni 1934. 121 en Wethouders de vorige maand nog wilden doen, dan zou Heemstede nog steeds meer blijven betalen dan Haarlem, Utrecht en Amsterdam. Spreker kan zich niet voorstelien, welk belang er in schuilt, om dit standpunt in te nemen, terwijl hij nog buiten beschouwing wil laten of het in het belang van het personeel zelf is te achten om het in een uitzon- deringspositie te plaatsen. Spreker kent wel gemeenten, waar de loonen zoo hoog waren, dat men gedwongen was om personeel te ontslaan. Hij acht het volkomen onjuist, dat Heemstede niet mee doet met het aanpas- sen aan een lager levenspeil en het spijt hem. dat Burgemeester en Wethouders tusschen 31 Mei en 28 Juni zulk een draai namen. De heer Audretsch wil in dit geval de beschouwin- gen van den heer Van Unen buiten beschouwing laten. De Raad heeft zich nu eenmaal bij de behandeling van de laatste begrooling vereenigd met een tijdelijke kor- tidg van 6 pCt. en het personeel heeft zich daarop ingesteld. Nu van hoogerhand per 1 Juli a.s. een kor- ting wordt opgelegd van 10 pCt.. heeft het spreker genoegen gedaan, dat Burgemeester en Wethouders op hun mir.der goede voorstellen zijn teruggekomen. Zoo zij dit niet hadden gedaan, dan zou een onbillijk- heid zijn bedreven. Inderdaad zou spreker het een onbillijkheid noemen, indien midden in het jaar een korling werd opgelegd van 16 pCt. en dat nog wel zonder daarin de Commissie voor het Georganiseerd Overleg te kennen. Waar Burgenreester en Wethouders dit blijkbaar ook inzagen en dit jaar althans niet ver- der wilden gaan dan de korting waartoe de wet ver- plicht, acht spreker dit een lofwaardig standpunt ten opzichte van het gemeente-personeel. Nog altijd kan men zien, wat het volgend jaar moet gebeuren, doch ieinand zoo maar zijn jas uit te trekken om te zien of hij tegen de kou kan, acht spreker niet juist. De heer De TelLo kan zich voorstellen, dat sommige leden behoefte hebben om het College te capittelen over zijn houding. Dat de heer Audretsch dit echter doet, begrijpt spreker niet goed, want de heer Audretsch heeft ook zijn draai genomen. In de vorige vergadering immers, stemde hij tegen spreker's motie, waarin Bur- gemeester en Wethouders werden uitgenoodigd, om het Georganiseerd Overleg bij elkaar te roepen. Spre- ker beschouwt de heer Audretsch als de verloren zoon, die nu in het vaderhuis is teruggekeerd. Verder con- stateert hij, dat Burgemeester en Wethouders van de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 9