26 Juli 1934
132
Herdenklng wijlen Z. K. H. Prins Hendrik.
Alvorens met de behandeling der agenda aan te
vangen verzoekt de Voorzitier den leden zich van
hunne zetels te willen verheffen. Spreker zegt, dat
geen der leden zich over dit verzoek zal verwonderen.
Sinds de laatste vergadering van den Raad immers,
werd het Koninklijk Huis opnieuw getroffen, ditmaal
door het overlijden van Zijne Koninklijke Hoogheid
den Prins der Nederlanden. Spreker vertrouwt, dat de
Burgemeester in aller geest zal hebben gehandeld door
een brief van rouwbeklag aan Hare Majesteit de
Koningin te zenden, waarvan de inhoud als volet
luiddes
„Terwijl het geheele Nederlandsche Volk met Uw
Koninklijk Huis nog rouwt over het heengaan van Uwe
onvergetelijke Moeder, kwam onverwachts de ontstel-
lende tijding van den dood van Uwen Koninklijken
Echtgenoot en is andermaal de natie in diepen rouw
gedompeld.
Met dit heergaan van Hem, die op tal van wijzen
büjk gaf van warme belangstelling voor de nooden en
behoeften van de hjdende en behoeftige menschheid,
zij het mij vergund, Uwe Majesteit, namens de ge-
heele burgerij, mijn oprechte deelneming te betuigen.
Moge God U en Uwe Koninklijke Dochter de kracht
geven, dit onherstelbaar verlies te dragen".
Herdenking wijlen fhr. Mr. D. E. van Lennep.
Alvorens verder te gaan, zegt de Voorzitter, dat
het hem een behoefte is, nog een ander woord te
spreken en wel over het heengaan van een ander,
hetgeen allen zeker diep getroffen zal hebben, over
het heengaan van den oud-Burgemeester Jhr. van
Lennep. Met een enkel woord wil spreker hier oud-
Burgemeester Van Lennep herdenken ais een gioot
man, een persoonlijkheid, die zco enorm veel voor
deze gemeente gedaan heeft en haar heeft gemaakt
tot wat zij nu iseen groote en schoone ge.neente,
die vol van weldaden is. De grondslag daarvan is
door oud-Burgemeester Van Lennep gelegd. Bij d;ens
heengaan moge een woord klinken van eeroiedige
droetheid en dankbaarheid. Naast de vertegen woord;-
ging van het geheele gemeentebestuur, bij deteraaide-
bestelling, zegt spreker, dat de navolgende brief