27 September 1934 174 kennen. Spreker doet een dringend beroep op den Raad, om deze tusschentijdsche subsidie niet te verleenen. De heer Van der Erf zegt, natuurlijk van meening te verschillen met den heer Disselkoen over de appre- ciatie van de Burgerwacht als instituut. Misschien is het een tekort geweest van het Bestuur, dat niet vol- doende rekening is gehouden met hooge uitgaven. Door de groote deelname is de post munitie uitgeput. De vorige winter werden de kameroefeningen gehou- den met Haarlemsche geweren, docli dit kan nu niet meer. Het is noodzakelijk dat de Burgerwacht zelféén of meer K.S.O. geweren aanschaft. Indien men paraat wi! zijn, dan moet er geoefend worden en „nood breekt wet". Spreker zal dan ook zeker zijn stem aan deze subsidieaanvrage geven. De iieer Van den Henvei acht het niet noodig om diep in te gaan op het bestaansrecht van de Burger- wacht. Zoo Iang er nog groepen in de sanrenleving zijn, waarover niet de overtuiging bestaat, dat zij be- reid zijn den weg van orde en rust te volgen, is het noodig, dat instituten als de Burgerwacht, den steun ontvangen, die het noodig Iiebben om zijn werk naar behooren te verrichten. Er is hier dan ook geen sprake van subsidie, want dit instituut, dat geen corporatie is met vaste inkomsten, verschiit reeds daardoor in ka- rakter van andere vereenigingen. Dit instituut staat ten dienste van de Overheid en moet daarorn door de Overheid kunnen leven. Als dan ook ooit financieele steun van Overheidswege gerechtvaardigd is, dan is dat zeker hier. Voorts, zegt spreker, zullen Burge- meester en Wethouders toch wel op de hoogte zijn van de financitn van de Burgerwacht. Gaarne zou hij willen weten, waarom Burgemeester en Wethouders f 100.minder willen toestaan, dan door de Burger- wacht wordt gevraagd. Indien een bedrag van f 150.— onvoldoende is, dan zou hij de aanvrage in haar ge- heel willen toestaan. De heer Van Unen acht evenmin liier sprake van subsidie, omdat de Burgerwacht geen inkomsten heeft. Het is dan ook de plicht van de Overheid om de ncodige gelden te verschaffen. Hoewel spreker het verleenen van tusschentijdsche subsidies ook niet kan bewonderen, staan hier de zaken toch wel even an- ders. De Burgerwacht vraagt f250,— om 2 artikelen aan te scliaflen, die zij elders niet meer kan leenen. Nu is het mogelijk, dat men zegt „ik geef niets", docli het lijkt hem niet juist, dat het geineentebestuur van deze aanvrage f 100.aftrekt. Hoewel spreker niet gewend is, met geid royaal om te gaan, wil hij hier graag de aanvrage in haar geheel toestaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 33