104
15 November 1934.
HERZIENING VAN LOONEN EN SALARISSEN
VAN GEMEENTEPERSONEEL.
Aan den Raad.
Op ons voorstel van 25 Juni 1934, no. 55, is in Uwe
vergadering van 28 Juni 1934 besloten om voor het tijd-
vak van 1 Juli 1934 tot en met 15 December 1934 buiten
werking te stellen Uw besluit van 15 December 1932,
no. 89, gewijzigd bij besluit van 27 April 1933, tot tijde-
lijke korting op de jaarwedden en loonen van het ge-
meentepersoneel.
Aanleiding tot dit besluit was de wijziging van de
Pensioenwet 1922, waarbij het verhaal van pensioens-
bijdragen op het personeel tot de bij de wet toelaatbare
maximum percentage's imperatief werd voorgeschreveh.
In gemeld voorstel deelden wij U mede, dat wij be-
doeld kortingsbesluit alleen voor het 2e halfjaar 1934
buiten werking wilden stellen, omdat het ons voornemen
was om bij de behandeling van de begrooting voor 1935
de salarissen en loonen opnieuw onder de oogen te
zien.
Aanvankelijk werd tegen Uw besluit door den Minis-
ter van Binnenlandsche Zaken bezwaar gemaakt en werd
tevens medegedeeld, dat ten spoedigste tot een herziening
van de wedden en loonen van het niet tot de politie be-
hoorende personeel behoorde te worden overgegaan
zulks ingaande uiterlijk 1 Januari 1935. Voor dat hier-
omtrent mededeeling van den Minister werd ontvangen
was eene herziening gereed, zoodat deze ook zonder den
wenk van den Minister door ons aan de orde zou zijn
gesteld. De Minister gaf echter tevens te kennen, dat
bij die herziening toetsing aan het Rijkssalarispeil dient
plaats te vinden. Bij de verdere voorbereiding hebben wij
met dit laatste dus rekening moeten houden.
Ten opzichte van die toetsing aan het Rijkssalaris-
peil deelen wij U mede, dat onze gemeente is ingedeeld
in de 2e klasse voor de toepassing van het Rijksbezol-
digingsbesluit, zoodat bij de vergelijking van loonen er.
salarissen als normen genomen zouden moeten worden
die gelden in de 2e klasse gemeenten. De indeeling
van onze gemeente in de 2e klasse dateert reeds van
geruimen tijd terug. Bij beschouwing van de gemeenten
welke in de 2e klasse zijn ondergebracht valt dadelijk
op dat onze gemeente daarmede niet op een Iijn gesteld
kan worden. In de le klasse zijn o.m. ingedeeld de ge-
meenten Haarlem en Zandvoort. Het komt ons voor, dat
