103
15 Noveinber 1934.
3
2. Boven de in het eerste lid genoemde wedde ge-
nieten de agenten en hoofdagenten van poiitie een toe-
lage voor uniformkleeding en uitrustimg van f 100.— per
jaar. Deze toelage bedraagt voor den inspecteur van
politie f 125.per jaar. Onder uniformkleeding en uit-
rusting zijn begrepen dienstschoenen en diensthand-
schoenen.
3. Het vermelde jn het tweede lid vindt gelijke toe-
passing ten aanzien van de kosten van de burgerkleeding
van die ambtenaren van politie, die tijdens de uitoefening
van den dienst verplicht zijn burgerkleeding te dragen.
4. De bewapening van de ambtenaren van politie
wordt vanwege de gemeente verstrekt en blijft ook het
eigendom der gemeente.
Artikel 4.
1. Aan alle ambtenaren der gemeente-politie wordt,
voor zoolang het aantal wettige (gewettigde) kinderen,
stiefkinderen inbegrepen, beneden den leeftijd van 16
jaren meer dan twee bedraagt, voor ieder kind boven
dit getal boven het gewone loom, een tijdelijke toelage
verleend van f 1.50 per week.
2. Voor de toepassing van het onder 1 vermelde
worden als kinderen nrede aangemerkt pleegkinderen,
die deel uitmaken van het gezin en geheel als eigen
kinderen worden onderhouden en opgevoed en voor wie
aftrek van het belastbaar inkomen voor de Rijksinkom-
stenbelasting is toegestaan.
3. Wanneer in den loop van het jaar in het aantal
kinderen beneden den leeftijd van 16 jaren verandering
komt, wordt de toelage met ingang van den datum dier
verandering daarmede in overeenstemming gebracht.
Artikel 5.
1. Bij aanstelling of bevordering in rang wordt het
minimum der aan den rang verbonden bezoldiging toe-
gekend. In bijzondere gevallen kan daarvan door Burge-
meester en Wethouders worden afgeweken. Door be-
vordering in rang zal een ambtenaar niet in een minder
gunstigen toestand mogen komen dan hij was in de
functie vöör de bevordering.
2. Bij gebleken geschiktheid, dienstijver en goed gedrag
worden de jaarwedden der ambtenaren voor ieder jaar
dienst in de bekleede betrekking verhoogd voor de in
artikel 3 onder a, b, c, d en e genoemde ambtenaren