103
15 November 1934.
5
b. dat slechts eene korte verlenging van den arbeids-
duur medebrengt;
c. verricht in bijzondere omstandigheden als bedoeld
in art. 217, le lid der gemeentewet.
Artikel 8.
De agenten van politie le en 2e klasse genieten een
toelage van f 50.per jaar voor het bezit van een
politie-diploma met aanteekening, afgegeven vanwege
den R.K. Politiebond „St. Michaël", den Algem. Ned.
Politiebond, den Alg. Bond van Politiepersoneel in
Nederland of den Bond van Clir. Politîe-ambtenaren
in Nederland en eene toelage van f 25.— per jaar voor
een diploma zonder aanteekening, afgegeven vanwege
genoemde organisaties.
De vergoeding voor het gebruik van eigen rijwieien
in dienst der gemeente, wordt, voor zoover niet in de
gemeentebegrooting op een vast bedrag bepaald, door
Burgemeester en Wethouders op voorstel van den Bur-
gemeester, geregeld.
Artikel 10.
1. Indïen buiten het geval van vacantie een ambte-
naar wordt aangewezen om een ambtenaar in hoogeren
rang te vervangen, ontvangt hij daarvoor gedurende
den tijd der vervanging, indien deze minstens een maand
onafgebroken heeft geduurd een vergoeding overeen-
komende met het verschil tusschen zijne wedde en de
wedde, die hij zou ontvangen, als hij vast in dien hooge-
ren rang zou zijn aangesteld. Is de v/edde van den ver-
vanger echter gelijk aan of hooger dan de minimum-
wedde van den vervangen ambtenaar, dan zal voor de
berekening van de vergoeding de minimum jaarwedde
van het waargenomen ambt worden verhoogd met zoo-
vee! periödieke verhoogingen, als noodzakelijk zijm. om
den vervanger een toelage te doen genieten, die ten-
minste gelijk staat met het bedrag van een periodieke
verhooging aan den eigen rang verbonden.
2. Indien buiten het geval van straf aan een ambte-
naar de waarneming van een lager bezoldigde betrek-
king wordt opgedragen, blijft hij in het genot van ziju
gewone bezoidiging.
3. De regeling, vervat in het eerste lid, is niet van
toepassing bij vervanging van den inspecteur van politie.