15 November 1934 213 accepteeren, dan wil liij zicli daartegcn niet verzetten. De Voorzitter zegt, reeds te hebben geantwoord, dat Burgemeester en Wethouders vreezen, dat de Konink- lijke goedkeuring aan de geheele verordening wordt onthouden, indien het tractement van den Inspecteur op /4500.- wordt gebracht. Indien de Mînister in het tractemeni van den Inspecteur echter den goeden wil van den Raad ziet, om met zijn wenschen mede te gaan, dan kan misschien de heele verordening zijn goedkeu- ring wegdragen. De vergelijkingen, die de heer Rijkes met andere gemeenten maakte, gaan daarom niet op, orndat de heer Rijkes het salaris van commissarissen van politie in andere gemeenten met het salaris van den inspecteur van politie hier vergelijkt. Een commissaris van politie is nu eenmaal een andere functionnaris dan een inspecteur van politie. De heer Disselkoen merkt op, dat daar tegenover staat, dat een inspecteur van politie, die onder een com- rnissaris staat, ook iets anders is, dan een inspecteur van politie, die geen connnissaris boven zich heeft. De Voorzitter zegt, dat het juister is om den inspec- teur van politie dan te vergelijken met een hoofdinspec- teur, die onder een commissaris staat. De heer Audretsch zegt, er aanvankelijk ook veel voor gevoeld te hebben om het salaris van den inspec- teur op /4500.te brengen. Nu de Voorzitter echter zoo pertinent heeft medegedeeld, dat er tactische over- wegingen voor pleiten om dit salaris op 4250.- te bepalen, ten einde geen risico te loopen voor de geheele verordening en het salaris van den inspecteur dan mis- schien op 4000.zal terugvallen, acht hij het ver- standiger, om het voorstel van Burgemeester en Wet- houders te voigen. De heer De Tello zegt, geschrokken te zijn van de opmerkingen van den heer Van der Erf. Het is geens- zins zijn bedoeling geweest, om te pleiten voor een be- paalden rang. Het ging er bij hem alleen over, dat Bur- gemeester en Wethouders het advies van het „Georga- niseerd Overleg" hebben gevolgd met uitzondering van hetgeen geadviseerd werd voor den Inspecteur van Po- litie. Aa nden heer Van der Erf past het echter om met cen voorstel te kornen, dat een vermindering van de korting voor het geheele politiepersoneel beoogt. Spre- ker zegt, dat de unificatie hem niet vreemd is en dat hij daarvan zelfs een voorstander is, mits nren die unificatie ook doorvoert, wanneer die zou moeten leiden tot ver- hooging, doch dat doet men niet. Het bepalen van den welstand naar de omstandigheid of men al dan niet in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 13