Î5 November 1934
219
houders aan den Raad mede: „Voor verhooging achten
wij geen termen aanwezig." Mooi, dat is kort en krach-
tig en dat kunneu de te laag gesalarieerde beambten in
hun zak steken bij gebrek aan wat anders. Maar even
verder wijken Burgemeeste m Wethouders alweer van
dit beginsel af en deelen zij aan den Raad mede: „Voor
een tweetal functies hebben wij gemeend van dit begin-
sel te moeten afwijken." Over beginselvastheid gespro-
ken. Hoe wijken Burgemeester en Wethouders n.l. af?
Door de functîe van Baas bij Openbare Werken te laten
vervallen en een nieuwe functioneele aanstelling te geven
als 2e Opzichter bij Openbare Werken. Over deze
kwestie geeft het „Georganiseerd Overleg" ook advies
en in de overgelegde raadsstukken staat hierover het
volgende te Iezen: „Een der raadsleden stelde zich op
het standpunt, dat de handhaving van deze functie
noodig is en dat deze in klasse IV kan worden onder-
gebracht. Bedoeîd lid achtte hei logisch, dat de betrok-
ken functie eenzelfde normale korting ondergaat als het
overige personeel, in tegenstelling met de thans voor-
gestelde verhooging."
Spreker is het met deze meening volkomen eens. AIs
men echier in hetzelfde advies van het Georganiseerd
Overleg leest, dat Burgemeester en Wethouders neer-
schrijven „tegen verhooging der salarissen bestaan
overwegende bezwaren; de omstandigheden leenen zich
daartoe ook niet", dan kan de vraag worden gesteld:
„gelden deze omstandigheden voor alle ambtenaren of
maar voor bepaalde ambtenaren?"
Spreker weet niet, welke politieke grootmacht hier
opeens het College van Burgemeester en Wethouders
heeft geïnspireerd, om het in dit eene uitzonderingsge-
val wel tegen den Minister op te nemen. Wat is dat
opeens voor een bijzondere heldenmoed om voor een
huidige functie, die van /2000.tot /2600.loopt,
de functie te creëeren, die betaald wordt van /2200.
fot /2900.Juist omdat het hier een een-persoons
functie betreft, krijgt de voorgestelde indeeling het ka-
rakter van een zoo opvallend persoonlijke bevoordee-
ling, dat de sociaal-democraten dit niet met hun verant-
woording zullen dekken.
Het ware te wenschen geweest, dat Burgemeester en
Wethouders dezelfde loonsverhoogingstendenzen van
andere en grootere groepen van het personeel in hun
voorstel hadden gedemonstreerd, ook tegen den zin van
het Rijk in. Dan zou deze tendens met zich mede hebben
kunnen brengen, dat de voorgestelde wijziging van op-