15 Novembër 1934 205 Na deze opsomming, zegt spreker, zal het wel dui- delijk zijn, dat hij gaarne de motieven wil kennen, die Burgemeester en Wethouders er toe geleid hebben, om het advies van het „Georganiseerd Overleg" niet op te volgen. Hij heeft deze motieven niet in het advies van Burgemeester en Wethouders gelezen en toch mag hij deze vraag stellen in verband met artikel 12 van de verordening regelende het Georganiseerd Overleg voor de ambtenaren, het politiepersoneel en de werklieden, in dienst der gemeente Heemstede, waarin o.m. voor- fcomt: „Indien het prae-advies afwijkt van het advies der commissie, worden de redenen daarvan aan den Raad medegedeeld." Kan spreker ten slotte de ziens- wijze van het College niet deelen, dan zal hij een voor- stel doen, om het salaris van den inspecteur te brengen in maximum op 4500. De heer Van der Erj zegt, dat het nîet zooveel kan opleveren, om over deze zaak te spreken. Hoewel Bur- gemeester en Wethouders wel al het mogelijke gedaan zullen hebben, om dezen slag zoo zacht mogelijk te doen vallen, is en wordt deze zaak feitelijk door den Haag geregeld. Men houdt er daar een wijze van salarisver- iaging op na, die geenszins spreker's bewondering kan opwekken. Hoewel spreker's stem wel zal zijn als die ,,des roependen in de woestijn", wil spreker niet na- laten te zeggen, dat hij deze verlaging, die de minst draagkrachtigen liet zwaarst treft, zeer onredelijk en onbillijk vindt. Noch de salariskortîng, zooals die door den Minister verlangd wordt, noch de regeling, die door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld, waar- bij een hoofdagent 11 een agent lste klasse 14 en een agent 2de klasse 16 korting krijgt, kan zijn bewondering opwekken. Hij zag liever het omgekeerde, n.l. dat degene, die het hoogste loon heeft, ook de grootste korting krijgt. Wat nu wordt voorgesteld is averechts verkeerd. De heer De Tello zegt, dat er in Nederland een ge- zegde bestaat, dat luidt: „Eén gek kan meer vragen, dan tien wijzen kunnen antwoorden." Met een kleine, maar natuurlijk eerbiediger variatie zou men ook kun- nen zeggen „één Minister kan meer vragen, dan vijftien raadsleden kunnen geven". De Voorzitter: „lets voorzichtiger zijn in uw uitdruk- kingen, Mijnheer de Tello." De heer 'De Tello vervolgt en zegt, dat wanneer rnen de voorstellen moet beoordeelen, die den Raad vandaag ter behandeling zijn voorgelegd inzake de loonen van het politiepersoneel, men dan niet anders dan tot de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 5