15 November 1934
209
durven te vvagen. Geaccentueerd daaröm, omdat het dan
tijd wordt, dat de gemeentenaren er van doordrongen
worden, dat er een keuze zal moeten worden gemaakt
of beslissende momenten tusschen de wijze waarop ge-
meentebestuurders de belangen van hun gemeentenaren
denken te dienen en de wijze waarop een Minister dat
denkt te doen.
De heer Attema zegb dat ook hem deze groote ver-
laging heeft getroffen, alsmede afwijking tusschen het
voorstel van Burgemeester en Wethouders en het advies
van het „Georganiseerd Overleg". Hoewel spreker zeer
tegen loonsverlaging is, staat hij anderzijds achter de
hoogere macht, i.c. de regeermg, die deze verlaging
wenscht. Spreker zou echter wel eens wilien vragen of
het bij niet-aanvaarding van deze voorstellen zoo zal
gaan a!s in Amsterdam en dat de salarissen en loonen
dan bepaald worden buiten den gemeenleraad om.
Spreker zou graag zien, dat deze salarisgrenzen nog
tens werden herzien, tenzij Burgemeester en Wethou-
ders steekhoudende argumenten kunnen aanvoeren om
zulks niet te doen.
De heer Audretsch wîl wijzen op een onbillijkheid,
die Burgemeester en Wethouders tot deze voorstellen
hebben geleid. Heemstede is n.i. ingedeeld in de tweede-
klasse gemeenten. Het deed hem genoegen te hebben
gelezen, dat Burgemeester en Wethouders alsnog dili-
gent blijven, om Heemstede onder de lste klasse ge-
meenten gerangschikt te krijgen, evenals Haarlem en
Z indvoorl Deze situatie brengt ongetwijfeld haar na-
üeelen mede voor de gemeente.
Mevrouw VcnhuLzen heeft met verontwaardiging de
critiek gehoord, die hier op de regeering is uitgebracht.
Dat van de zijde van den heer De Telio zoo gesproken
is, verwondert haar echter niet. Sommige menschen
lachen om zulk een critiek als zij zien welk een schade
in die gemeenten wordt aangericht, waar de volgelingen
van den heer De Tello aan het roer zitten. Men heeft
het hier doen voorkomen aisof Burgemeester en Wet-
houders deze salaris- en loonsvoordrachten rnet het
grootste plezier hebben ingediend. Spreekster zegt, dat
van haar zijde al zoo dikwijls is gewaarschuwd voor te
lrooge loonen en salarissen, doch de heer De Tello weet
het natuuriijk beter. Men kan toch werkelijk niet blind
blijven voor den algemeenen financiëelen achteruitgang
van de burgerij. De beste ingezetenen rijden niet meer
in een auto en krijgen momenteel de hardste kiappen.
Spreekster voeit deze verlaging dan ook als een nood-
zakeiijk iets. Zoo vindt zij het dan ook onjuist om liier