113
December 1934.
De gemeente ontvangt momenteel 75 pCt. van de
hoofdsom der grondbelasting en zal dus, indien het
wetsontwerp wet wordt, 40 pCt. van die hoofdsom
moeten missen. Dit is te schatten op rond f 35.000.—
Het is niet onze bedoeling dit te derven bedrag door
belastingverhooging te dekken.
.4anvankelijk kondigde de Regeering aan, dat in
plaats van het onder c genoemde, ten bate van het
fonds door het Rijk 75 opcenten op de personeele
belasting zouden worden geheven. Om zuiver belas-
tingtechnische redenen meende de Regeering van dit
voornemen te moeten afzien en werd er voorkeur aan
gegeven aan het fonds een gedeelte van de hoofdsom
cter personeele belasting ten goede te laten komen.
Dit brengt thans mede, dat de gemeente zal derven
een bedrag van f 123.000.Dit bedrag zou dus aan-
vankelijk, naast de heffing bedoeld onder d en e, door
het Rijk op de ingezetenen worden gelegd. De wijzi-
ging van het standpunt der Regeering heeft thans tot
gevolg dat de gemeente genoodzaakt zal zijn de be-
lastingdruk te verhoogen. ln verband met de aanvan-
kelijke plannen der Regeering behoort dit naar onze
meening te geschieden door verhooging van het aan-
tal opcenten der personeele belasting met 75, hetwelk
ongeveer eenzelfde bedrag oplevert a!s dat, hetwelk
van de gemcente wordt afgenomen. Wij voegen daar-
orn een ontwerp-besluit hierbij, waarbij het aantal
opcenten op de .personeele belasting verhoogd wordt
van 75 op 150. lndien ten tijde van de behandeling
van de begrooting gemeld ontwerp wet zal zijn ge-
worden, stellen wij U voor, dit ontwerp-besluit vast
te stellen. Wij wijzen er met nadruk op, dat een zoo-
danig voorstel van ons niet te verwachten was geweest,
wanneer maatregelen welke bij de Regeering in voor-
bereiding zijn ons daartoe niet noopten.
De uitkeeringen uit gemeîd fonds aan de gemeenten
zullen verband houden met de verhouding van de uit-
gaven voor sfeunuitkeeringen en voor arbeidsloonen
bij werkverschaffing tot de belastingcapaciteit der ge-
meente. Aan de hand van eene door ons gemaakte
voorloopige berekening valt op te maken dat op bij-
drage uit dit fonds niet behoeft te worden gerekend.
Wij vestigen er voorts nog Uwe aandacht op, dat,
hoewel een en ander nog geen wettelijken grondslag
lieeft, het de wensch van de Regeering is, dat bij de
begrooting voor 1935 liiermede reeds wordt rekening
gehouden.