13 December 1934
273
schuwen de financieele commissie in liaar voorstel te
volgen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, deelt mede, dat
hij den betrokkcn schooltandarts reeds sprak over
eventueelen nazorg. De beschikbaarstelling van het Ge-
zondheidshuis voor een dergelijke instelling zal wel
mogelijk gemaakt kunnen wordenspreker is echter
wat huiverig voor den financieelen kant van de zaak
en zou het initiatief daartoe liever aan particulieren
overlaten. Veel kan b.v. al bereikt worden door het
stellen van lage tarieven.
Van de door den heer De Tello bedoelde regeling
der Haarlemsche woningmarkt is spreker thans niet
voidoende op de hoogte en dacht dat meer bedoeld
werd een woningbeurs. Gaarne wil spreker zich echter
eens van den Haarletnschen toestand op de hoogte
stellen en het goede daaruit overnemen, mits dit niet
vordert de aanstelling van nieuwe ambtenaren.
Spreker verdedigt zijn standpunt ten|aanzien van de
reserve, door te zeggen, dat hij er niet tegen is in
benarde tijden daaruit te putten een grôôte hap acht
spreker echter alleen dan verantwoord wanneer men
reeds betere tijden in het vooruitzicht heeft. Het voor-
stel van de financieele commissie getuigt echter vol-
gens spreker niet van voorzichtig financieel beleid.
De heer Rijkes wenscht nog even in het midden te
brengen dat hij wel voorstander is van het intact hou-
den van reserves. mits in normale tijden. Nu wil hij
echter de burgerij in geen geval meer laten betalen
dan strikt noodig is.
De heer Attema sluit zich bij den vorigen spreker
aan en kan bovendien niet inzien dat het kleine voor-
deel, dat het voorstel van Burgemeester en Wethou-
ders voor de reserve oplevert, de gemeente voor zoo-
veel langeren tijd zou redden.
Hierna wordt overgegaan tot stemming, waarbij het
voorstel van de financieele commissie wordt aangeno-
men met 103 stemmen.
Vöôr stemden he heeren Attema, Disselkoen, Van
der Erf, Jonckbloedt, Van Lent, Van der Linden,
Meeuwenoord, Rijkes, De Tello en Van Unen.
Tegen stemden de h^pren Audretsch en de Wet-
houders Dr. Droog en Jhr. van de Poll.
Bij de hierop volgende behandeling der begrooting van
Maatschappelijk Hulpbetoon,
die aan inkomsten en uitgaven een gelijk bedrag