13 December 1934 302 Spreker is echter wel overtuigd van de goede bedoe- ling van den heer Disselkoen. De heer Van der Erf meent, dat er een misverstand bestaat tusschen de heeren Disseikoen en Van Unen. De heer Disselkoen bedoelt niet dat de werkloozen permanent aan het werk worden gesteld, maar dat door 1 2 weken werken het gemiddeld inkomen van den werklooze iets stijgt boven dat wat nu genoten wordt. Nu komen zij nooit boven het gerniddelde en blijven altijd beneden het bestaansniveau. De Voorzitter geeft toe, dat hij dc door den heer Van Unen aangehaalde woorden inderdaad gezegd heeft. Waarom menschen die werkloos zijn in deze gemeente komen wonen, kan spreker niet zeggen, te- meer waar toch de bepaling bestaat dat zij eerst 2 jaar in deze gemeente moeten wonen, willen zij onder de steunregeling vallen. Hoe meer werkloozen hier komen, hoe grooter de werkloosheid wordt en spreker begnjpt ook niet dat de ar'oeiders dat zeif niet in- zien. Nochtans komt het voor dat zij zich hier vestigen. Wat de vraag betreft of de gemeente in aanmerking komt voor een bijdrage uit het werkloosheidssubsidie- fonds, merkt spreker op, dat het wetsontwerp de voi- gende week in de Kamer zal worden behandeld. Art. 8 der algemeene maatregel van bestuur, spreekt van daarvoor in aanmerking komende gemeenten. Dat zijn die gemeenten, waar een zekere verhouding bestaat tusschen de uitgaven voor werkverschaffing en steun en de belastingcapaciteit. Als er voor deze posten een bedrag van f 146.060.- wordt uitgegeven, dan krijgt deze gemeente recht op de laagste bijdrage, zijnde 0.1 pCt. Nu wordt hiervoor f 135.000.—geraaind, zoo- dat Heemstede voor een bijdrage niet in aanmerking komt. Spreker rneent dan ook dat men zich daarom- trent geen illusies moet maken. Een andere kwestie is natuurlijk of het aanvragen van subsidie gewenscht is, omdat daaraan ook weer bezwaren verbonden zijn, zooals het aannemen van de rijksnormen voor de loo- nen in werkverschaffing, het niet vrij zijn in de keuze van werkobjecten en een uitgebreide administratie. De heer Dr. DroogWethouder, zegt, dat de heer Disselkoen heeft betoogd dat het geen hoofdzaak is dat de menschen aan 't werk worden gehouden. Men zou dan tot het leegscheppen van de Zuiderzee rnet emmers kunnen kornen. Spreker vindt dit een dwaas voorbeeki. Werkverschaffing is ten eenenmale een oneconomisch iets, maar in deze gemeente wordt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1934 | | pagina 58