3 September 1935
139
daarover vanavond ineens maar een uitspraak te
doen.
De heer Rijkes merkt op, dat deze zaak in de
Commissie van toezicht op het agentschap der arbeids-
bemiddeling van alle kanten is bekeken en dat die
Commissie tenslotte tot de overtuiging is gekomen dat
het wenschelijk is, de voorgestelde regeling te aan-
vaarden. Zoo deze regeling niet werd aanvaard, zou-
den patroons, te Heemstede woonachtig, personeel uit
andere gemeenten in dienst nemen en zouden de
arbeiders uit Heemstede ontslagen en naar den steun
worden verwezen. Er mag daarom niet Ianger gewacht
worden met de aanvaarding van deze regeling, hoe-
wel, zooals ook in het advies staat te lezen, de Com-
missie huiverig is voor de consequenties. De Commissie
weet n.l. wel het begin, doch niet het einde.
De heer Van Vnen sluit zich aan bij hetgeen de
heer Audretsch hier in het midden heeft gebracht en
bij hetgeen daaraan door den heer Disselkoen is toe-
gevoegd. Spreker zou graag zien, dat Burgemeester
en Wethouders op korten termijn bekend maakten of
het naar hun meening al of niet gewenscht is, dat de
gemeente Heemstede zich onderwerpt aan de rijks-
regeling. Van het allergrootste belang acht spreker
het, dat de principes van de steunverleening over het
geheele land gelijk zijn en daarom aclit spreker het
gewenscht, dat deze zaak heel ernstig onder het oog
wordt gezien. Het heeft hem voorts verwonderd, dat
de heer Rijkes heeft gezegd, dat de Commissie wel
het begin, maar niet het eind ziet van de thans voor-
gestelde regeling. Spreker hoopt, dat Burgemeester en
Wethouders dit eind wel zien. Voorts zou hij graag
willen vernemen, of werkelijk voorkomen kan worden,
dat Hillegomsche werkgevers aan Heemstede steun
vragen voor Hillegomsche arbeiders.
De heer De TeUo heeft enkele bezwaren tegen de
formuleering van het ontwerp-besluit sub 8o c. Waar
de Raad n.l. een ongelimiteerd crediet geeft aan Bur-
gemeester en Wethouders, heeft hij er bezwaar tegen,
dat de meerderheid van de aldaar genoemde commissie
gevormd gaat worden uit belanghebbenden uit het
bedrijf. zulks niettegenstaande alle waardeering die hij
voor de objectiviteit van de leden dier commissie wil
koesteren. Het algemeen belang komt echter beter tot
gelding, indien die commissie zal bestaan uit één
werkgever, één werknemer, twee vertegenwoordigers
van het gemeentebestuur en daarboven één lid van