31 October 1935
172
De heer Van önen„de zuster helpt zich zelf'.
De Iieer De Tello merkt op, dat voorstellen als het
onderwerpelijke als regel gedekt worden door het
advies van een Commissie. Het Gezondheidshuis is
langzamerhand een belangrijk object geworden en
daarom zou spreker, met aile respect voor den Wet-
houder en diens deskundige wijze waarop hij de be-
langen van het Gezondheidshuis behartigt, willen
vragen of het niet wenschelijk is, dat enkele leden
van den Raad den Wethouder bijstand verleenen in
diens zorg over het Gezondheidshuis.
De heer Dr. Droog, Wethouder, de verschillende
sprekers beantwoordende, zegt, dat hier een nieuwe
functie wordt geschapen en dat natuurlijk door Burge-
meester en Wethouders is nagedacht over de klasse,
waarin deze nieuwe ambtenaresse behoort te worden
ingedeeld. In de voorgestelde klasse worden bijvot/r-
beeld schrijvers gesalarieerd. Indien de werkelijke
aanvangswedde zou worden vastgesteld beneden
f 1000.dan zou teveel worden afgeweken van het
salaris, dat dergelijke zusters krijgen. Wat betreft het
plaatsen van een oproeping voor sollicitanten, zegt
spreker, dat het wel de gewoonfe is, om iemand, die
in zoo'n functie tijdelijk is aangesteld, ook in zoo'n
functie te bevestigen, ook al staat dit inomenteel nog
geenszins vast. Ontkennend kan spreker antwoorden
op de vraag of deze zuster vrij gebruik van dokter of
apotheker krijgt. Wat de bewoning betreft, zegt
spreker, dat het vrij wonen is berekend op een bedrag
van f 275.per jaar. Men kan dat natuurlijk op een
ander bedrag bepalen; dit hangt geheel af hoe men
daarover denkt. Wat de bijstand betreft in het beheer
over het Gezondheidshuis, zegt spreker, dat het hem
niet onaangenaam zou zijn, indien de Comniissie voor
Openbare Werken zich ook in zou willen werken in
de zaken betreffende het Gezondheidshuis. Een aparte
Commissie voor sociaal-hygiënische zaken, zou Iater
nog wel eens aan de orde kunnen komen.
De Voorzitttr zegt, dat hij meent te weten, dat,
wat die oproeping betreft, in de vergadering van
Burgemeester en Wethouders is besloten om een op-
roeping voor sollicitanten te doen, hoewel het mogeiijk
is dat Dr. Droog dat niet wil.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, zich niet te
herinneren. dat hiertoe besloten is, doch dacht alleen.
dat men daarvoor voelde.