Voorzitter,
20 December 1935.
XI. De Maatschappij bedingt en de gemeente stemt
toe, dat de onderwerpelijke leening tot het onafgeloste
nominale bedrag te allen tijde inwisselbaar zal zijn
tegen obligatiën aan toonder, tot nader alsdan door de
Maatschappij vast te stellen bedragen, voorzien van
coupons voor de nog niet verschenen renteterinijnen.
De kosten op deze omwisseling vallende, komen
ten laste van de Maatschappij.
XII. Op verzoek van de Maatschappij zal de ge-
meente verplicht zijn haar schriftelijk mede te deelen,
welk bedrag ter zake dezer geldleening op een be-
paald aangewezen datum verschuldigd is.
XIII. Alle genoemde opzeggingen behooren schrif-
telijk te geschieden.
XIV. De geldleening zal worden aangegaan op
eenvoudige schuldbekeiuenis. Alle kosten van sluiten
en tenuitvoerlegging der overeenkomst, alsmede alle
belastingen, waarmede kapitaal- en rentebetalingen der
gemeente mochten worden getroffen, zijn voor rekening
der gemeente.
XV. Voor het sluiten der geldleening zal van het
opgenomen bedrag voor eens een provisie kunnen
worden uitgekeerd.
XVI. Ter verzekering van de geregelde betaling
der verschuldigde renten en de verplichte aflossingen
worden de daartoe vereischte sommen jaarlijks op de
begrooting van de gemeente in uitgaaf gebracht en
bestreden uit de gewone inkomsten der gemeente.
Uitzondering hierop vormt de buitengewone aflos-
sing, bedoeld onder IV, V en X, welke onder goedkeu-
ring van Gedeputeerde Staten, geheel of gedeeltelijk
uit buitengewone middelen mag worden bestreden.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 20
December 1935.