110
December 1935.
saldo van de rekening over 1934 booger was dan dat
over 1933.
Een en ander bracht mede, dat de ontwerp-begroo-
ting voor 1936, toen deze bij ons College in behande-
ling kwam, een tekort vertoonde van f 275.000.
hierbij er mede rekening houdende, dat dan nog niet
was geraamd een bedrag, te putten uit het reserve-
fonds, de beschikking over het batig saldo van 1934,
terwij! uitgetrokken was voor onvoorziene uitgaven
f 35.000.—.
Bij de behandeling van de begrooting voor 1935 is
door U besloten het geheele batig saldo van 1933 op
te nemen. In navolging daarvan meenen wij dat het
batig saldo van 1934 ook geheel voor 1936 kan wor-
den bestemd. Dit bedraagt rond f 144.000.zoodat
het tekort daarmede gebracht wordt op f 131.000.
De kennisneming van dit tekort is voor ons aanleiding
geweest de ontwerp-begrootingen aan een ernstig en
nauwgezet onderzoek te onderwerpen, omdat het voor
ons vaststond dat, waar mogelijk eerst een zuiniger
raming van de uitgaven moest plaats hebben en dat
verder de ontvangsten, waaronder ook de winsten van
de bedrijven, zoo juist mogelijk moesten worden ge-
raamd, alvorens andere maatregelen voor het sluitend
maken der begrooting konden worden beraamd. Het
is ons daarbij mogen gelukken, het tekort terug te
brengen tot ongeveer f68300.rekening houdende
met een post van onvoorziene uitgaven, groot ongeveer
f 30.000.Uit den aard der zaak vloeit daaruit voort
dat op verschillend gebied de uiterste zuinigheid be-
tracht zal moeten worden. Wij zien daarin echtergeen
overwegend bezwaar, wanneer daarmede te groote
verzwaring van den belastingdruk voorkomen kan wor-
den.
Zooals wij reeds opmerkten, hebben wij de winsten
voor de bedrijven aanmerkelijk hooger kunnen ramen
dan voor 1935. Daarbij hebben wij ernstig overwogen
of verlaging der tarieven, waarover meerdere malen
gesproken is, ook mogelijk en toelaatbaar zou zijn.
Aanvankelijk was het ons voornemen, om voortariefs-
verlaging cen bedrag van ongeveer f 10.000.be-
schikbaar te stellen. Met het oog op het aanzienlijke
tekort dat de begrooting nog vertoonde, konden wij
daarvoor echter geen vrijheid vinden. omdat daaruit
zou voortvloeien, dat een andere wijze van dekking
van de onkosten der tariefsverlaging gevonden zou
moeten worden. Wij zijn voorts van oordeel, dat de