20 December 1935.
zonder kosten voor de Maatschappij moeten worden
gedaan te haren kantore, of ter plaatse elders door
haar aan te wijzen, in Nederlandsch Courant.
VIII. Geen kwijting wordt verleend voor en aleer
het aan rente en eventueel aan aflossing verschuldigde
bedrag in het bezit van de Maatschappij is.
IX. Bij niet prompte voldoening van eenige voor
afiossing of rente verschuldigde som op den verschijn-
dag, moet over het verschuldigde van dien dag tot de
betaling, door de gemeente een vergoeding worden
voldaan, berekend naar zes ten honderd per jaar,
waarbij een gedeelte van een maand voor vol wordt
gerekend.
X. Bij niet voldoening van den intrest of de aflos-
sing op den verschijndag, of van de vergoedingen
krachtens deze overeenkomst verschuldigd, evenals bij
niet nakoming van de verdere in de overeenkomst
opgenomen bepalingen, zal de gemeente ingebreke
zijn door het enkel verloop van den bepaalden ter-
mijn. of het enkele feit der nalatigheid, zonder dat
daarvoor een akte van ingebreke-stelling zal worden
vereischt. ln dat geval zal het geleende kapitaal of
het onafgeloste gedeelte, met de verschuldigde intresten
en vergoedingen, onmiddellijk opeischbaar zijn en zal
de Maatschappij gerechtigd zijn alle zoodanige maat-
regelen te nemen tot belioud van hare rechten of tot
verhaal van hare vordering, als de wet te harer be-
schikking stelt, of liaar noodig of nuttig zullen voor-
komen.
In het bijzonder zal de Maatschappij în die gevallen
terstond van de gemeente kunnen vorderen
a. de geheele hoofdsom der leening of het nog
verschuldigde restant daarvan
b. de tot den dag der teruggave verschuldigde
rente en de rentevergoeding sub IX hiervoor bedoeld;
c. een boete van 1 pCt. extra over het sub a be-
doelde bedrag, indien het recht tot opvordering ont-
staat vcör 2 Januari 1941
d. een extra vergoeding van 1 pCt. over het sub a
bedoelde bedrag, wegens het niet nakomen der voor-
waarden
e. de getnaakte kosten.