10
27 Februari 1935
6
Bovenstaande vergoedingen wegens electrische ener-
gie gelden zoolang de overeenkomst van stroomleve-
ring door het P.E.N. aan Atnsterdam, dd. 16/20 Juli
1935 van kracht is. Bij eventueele wijziging hiervan
kan Amsterdam vorderen dat de sub a, b en c ge-
noemde prijzen met die van een nieuwe overeenkomst
in overeenstemming gebracht worden.
Vorderingen wegens levering, als in dit artikel be-
doeld, zullen maandelijks door Amsterdam worden
gedeclareerd, waarbij vo'or den waterprijs zal worden
aangenomen een afgerond aantal centen, dat uit de
gegevens van het vorige boekjaar zal worden afgeleid.
Nadere verrekening deswege zal volgen zoodra de
werkelijke kosten voor het afgeloopen kalenderjaar
bekend zuilen zijn.
Artikel 7.
Na het einde van elk kalenderkwartaal en wel
binnen 14 dagen nadat de rekening van de laatste
maand van het kwartaal aan Heemstede is toegezon-
den, zal door Heemstede worden betaald, hetgeen over
dat kwartaal verschuldigd is krachtens artikel 5, laatste
alinea en artikel 6.
Artikel 8.
De meting van water en electrische energie zal
geschieden met behulp van meters, op te stellen in
het pomplokaal, welke meters behooren tot de tech-
nische installatie.
Voor zoover meetinrichtingen in tweevoud zijn op-
gesteld, wordt de gemiddelde aanwijzing als maatstaf
vocr de levering aangehouden. Indien de aanwijzing
van een der meters meer dan 5 pCt. verschilt van die
van den andere, zal achtereenvolgens ijking plaats
hebben. De ijking van watermeters zal geschieden in
de werkplaatsen van de G. W. van Amsterdam die
van de eleclriciteitsmeters in het laboratorium van de
G. E. van Amsterdam. Kosten van deze ijking wcrJen
door partijen ieder voor de helft gedragen. Indien een
ijking door een der partijen wordt verlaugd, zonder
dat een verschil van meer dan 5 pCt. als bovenbedoeld
hiertoe aanleidirg is, zijn de kosten voor hare reke-
ning, wanneer blijkt, dat de afwijking minder is dan
2.S pCtvoor zoover de afwijking 2J of meer be-
draagl, worden de kosten door partijen ieder voor de
helft gedragen. Indien bij eenige ijking blijkt. dat de
in rekening gebrachte hoeveelheden meer dan 3 pCt.