11 27 Februari 1936 9 dienst het genot van de aan zijn ambt verbonden be- zoldiging, voor zoover hij krachtens de artikelen 23, 24 en 25 daarop aanspraak kan maken, dan wel voor zoo- ver die werkelijke dienst wordt vervuld gedurende het aan hem verleende vacantie-verlof. 2. Ln. alle andere gevallen wordt hem de bezoldiging over den tijd van het verblijf in werkelijken dienst niet uitbetaald. Artikel 23. 1. De ambtenaar, die voor herhalingsoefeningen in werkelijken dienst is, behoudt over den tijd van dezen d.ienst het volle genot van de aan zijn ambt verbonden bezoldiging. 2. Voor zooveel noodig bepaalt de Minister van Defensie, welke dienst als herhalingsoefening wordt be- schouwd. 3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt met herhalingsoefeningen gelijkgesteld de werkelijke dienst, vervuld krachtens: a. artikel 5, vijfde lid, onder a, der Wet voor het reservepersoneel der landmacht 1905 (zooals die sedert is gewijzigd), voor zooveel ziekte betreft; b. artikel 36, eerste lid, onder a, der Dienstplichtwet, of artikel 5, onder 3e, sub a der Wet voor de Koninklijke Marinereserve 1924 (Staatsblad no. 369), indien het niet tijdig bereiken van den vereischten graad van geoefend- heid het gevolg is van ziekte. c. artikel 36, eerste lid, onder c, der Dienstplichtwet, artikel 5, vijfde lid, onder b, der Wet voor het reserve- personeel der landmacht 1905 (zooals die sedert is ge- wijzigd) of artikel 5, onder 3e, sub c der Wet voor de Koninklijke Marinereserve 1924 (Staatsblad no. 369), voor zoover betreft den tijd, doorgebracht tot het onder- gaan van het daar bedoelde onderzoek, indien dat onder- zoek geen krijgstuchtelijke straf of veroordeelend vonnis ten gevolge heeft; d. artikel 36, eerste lid, onder e en f, der Dienst- plichtwet, artikel 5, vijfde lid, onder c en d, achtste en negende lid, der Wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905 (zooals die sedert is gewijzigd) of artikel 5, onder 3e, sub e en f der Wet voor de Konink- lijk Marinereserve 1924 (Staafsblad no. 369); e. artikel 36, tweede lid, der Dienstplichtwet, artikel 5, zevende lid, der Wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905 (zooals clie sedert is gev/ijzigd) of ar-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1936 | | pagina 42