11
vr -.nntannfr- r";
27 Februari 1936
17
Artikel 45.
Aan hem, die op wachtgeld is of wordt gesteld, kan,
indien hij elders arbeid of bedrijf gaat ter hand nemen,
terzake van de kosten, die voor hem aan de daartoe
noodige verhuizing zijn verbonden een bedrag worden
toegekend, indien bij gebreke van dîe toekenning die
arbeid of dat bedrijf door hem niet zou kunnen worden
aanvaard.
Artikel 46.
Het bedrag van het wachtgeld, over een vol jaar be-
rekend, wordt naar boven tot een voilen gulden afgerond.
Het wordt uitbetaald in maandelijksche termijncn. Met
toestemming van den op wachtgeld gestelde kan de
uitbetaling in langere termijnen geschieden. Bij over-
lijden wordt het wachtgeld uitbetaald met inachtneming
van de termijnen, in artikel 16 gesteld voor de uitbetalîng
van jaarwedden bij overlijden van ambtenaren.
Artikel 47.
De toekenning van wachtgeld en het nemen van be-
slissingen daaromtrent geschiedt door Burgemeester en
Wethouders.
Artikel 48.
Deze verordening treedt in werking op 1 April 1936.
Zij kan worden aangehaald als „Verordening gemeente-
politie".
Overgangsbepalingen.
Artikel 49.
Het raadsbesluit van 15 December 1932, no. 89, ge-
wijzigd bij raadsbesluit van 27 April 1933, inzake het
toepassen van eene tijdelijke korting op de jaarwedde
wordt, voor zoover dit op het politiepersoneel van toe-
passing was, geacht te zijn ingetrokken met ingang van
1 Januari 1935.
Artikel 50.
Voor het tijdvak 1 Januari 1935 tot 1 Âpril 1936 wordt
W**V IfHII
I fH
