27 Februari 1936
25
gaan met het tweede voorste!, waartoe de Commissie
in haar rapport komt.
De lieer hrvan de PollWethouder, zegt, dat ook
uit de notulen is gebleken, dat Maatschappelijk Hulp-
betoon zich geoccupeerd heeft met ae verplaatsing vrn
de chaulfeurs. Wat betroft de klachten van den heer
Van Unen over gebrek aan voortvarendheid bij het
Coilege van Burgemeester en Wethouders, zegt spre-
ker, dat Burgemeester en Wethouders er verder ook
niets aan konden doen, hoewel zij het erg vervelend
vonden. De blaam van slapte heeft het College echter
zeker niet verdiend.
De heer Rijkes zal met genoegen trachten de ge-
stelde vragen en opmerkingen te beantwoorden.
Omtrent het antwoord op vraag 1, hebben alleen de
heeren Kromhout en Wethouder Dr. Droog vragen
gesteld.
Omtrent het antwoord op vraag 2, alleen de heer
Kromhout; met de beantwoording van vraag 3 was
de Raad het blijkbaar eens. En wat de beantwoording
van vraag 4 betreft: de heer Kromhout juicht de con-
clusies, waartoe de Commissie ten slotte is gekomen,
zeer toe. De heer Van der Erf vindt de conclusies
zeer sympathiek. De heer Van Unen onderschrijft de
beide conclusies en Wethouder Dr. Droog kan ook
met de conclusies meegaan, alhoewel hij zich thans
nog niet wenscht uit te spreken, inzake een commissie
van bijstand of advies.
Spreker zal dan nu beginnen met vraag I. De heer
Kromhout vraagt of Maatschappeiijk Hulpbetoon „tegen
beter weten in" doorgegaan is de chauffeurs, die van
het eene taxibedrijf naar een andere waren overge-
gaan, toch steunbijslag te geven en Wethouder Dr.
Droog meent dat Maatschappelijk Hulpbetoon blijkens
zijn persoonlijk ingesteld onderzoek, geheel overeen-
komstig het reglement van dit instituut heeft gehan-
deld.
Spreker kan daarop de Heeren als volgt antwoorden:
De le vraag is:
Heeft Maatschappelijk Hulpbetoon gehandeld over-
eenkomstig het geldende reglement? Ën dan zegt de
Commissie in zooverre: ja, indien Maatschappelijk Hulp-
betoon ook gevolg had gegeven aan Artikel 13 sub 6.
Dit onderzoek had Maatschappelijk Hulpbetoon herhaal-
delijk dienen te doen, en de Commissie is de stellige mee-
ning toegedaan, dat dit niet volledig genoeg is geschied,