27 Februari 1936
27
den chauffeurs was doorgegaan en bij schrijven van-
19 October 1935 vroegen Burgemeester en Wethouders
aan Maatschappelijk Hulpbetoon nadere inlichtingen.
9 dagen later, dus op 28 October 1935, deelde Maat-
schappelijk Hulpbetoon aan het College van Burgemees-
ter en Wethouders rnede, dat zij onder aanbiedingen van
verontschuldigingen, verzuimd hadden Burgemeester en
Wethouders mede te deelen, dat zij hare zienswijze ge-
wijzigd hadden en daarom met het bijsteunen nâ
1 September 1935 doorgegaan was, en zelfs tot op
heden, en wij schrijven thans 27 Februari 1936, wordt
nog steeds met deze steunverleening doorgegaan.
Dit had volgens de Commissie nooit mogen gebeuren.
Maatschappelijk Hulpbetoon had daar omtrent overleg
moeten plegen met Burgemeester en Wethouders.
De Commissie staat dan ook op het standpunt, dat
deze steunverleening in welken vorm ook aan taxi-
chauffeurs nimmer verleend mag worden en dat deze bij-
steun direct stop gezet dient te worden.
Omtrent eene nadere verklaring van het antwoord der
Commissie op vraag IV, kan spreker kort zijn en slechts
de conclusies herhalen.
De Commissie is dan ook van meening, dat overeen-
komstig art. 30 van de Armenwet „armenzorg" geheel
toevertrouwd moet worden aan Maatschappelijk Hulp-
betoon, echter met inachtneming van een behoorlijk con-
tact tusschen Burgemeester en Wethouders en Maatschap-
pelijk Hulpbetoon en wat de ,,werkloozenzorg" betreft,
deze dient onder toezicht te komen van Burgemeester
en Wethouders en bijgestaan door een raadscommissie
van bijstand of zooals één lid van de commissie dacht:
bijgestaan door een commissie van advies, waarin ook
vertegenwoordigers der Vakvereeniging zitting zouden
krijgen.
De heer Van Unen wil onmiddelliik toegeven, dat
Burgemeester en Wethouders er betrekkelijk weinig aan
konden doen, doch zij hadden aan den Raad kunnen
mededeelen, dat Maatschappelijk Hulpbetoon geen ge-
volg wenschte te geven aan de uitspraak van den Raad.
Spreker heeft er geen oogenblik aan gedacht, dat het
nadien niet uit zou zijn met het bijsteunen. Spreker hoopt
dat de voorstellen waarop de Commissie heeft aange-
drongen, thans ten spoedigste op tafel zullen komen.
De heer Kromhout vraagt, waarop de verwachting van
de Comm,issie steunt, dat Maatschappelijk Hulpbetoon
nu toch zal stoppen met het bijsteunen.
Dje heer Rijkes antwoordt hierop, dat men niet kan