27 Februari Î936 28
verwachten, daf Maatsehappelijk Hulpbetoon ten tweede
male zal weigeren gevolg te geven aan den uitgesproken
wensch van den Raad. Zoo dit niet het geval is, dan
moeten Burgemeester en Wethouders maar zorgen, dat
brnnen 14 dagen alles in kannen en kruiken is.
De heer De Tello zegt, dat het wel te verwachten was
geweest, dat Maatsohappelijk Hulpbetoon hangende dit
onderzoek niet een bepaalde richting wilde uitgaan.
De heer Dr. Droog, Wethouder, is niet bevredigd door
het antwoord van den heer Rijkes. Spreker heert geen
enkel bewijs gekregen van de mededeeling, dat Maat-
schappelijk Hulpbetoon den overgang van ae chauffeurs
zou hebben bevorderd. Maatschappelijk Hulpbetoon ont-
kent zulks zelf ook.
Vooi ts zegt spreker, dat deze taxi-chauffeurs ge-
steund werden tot aan het bedrag dat zij noodig hebben
voor hun noodzakelijk levensonderhoud. Zoo worden bij-
voorbeeld ook gesteund assuradeurs, ijsco-menschen
enz. Waarom zou men ten aanzien van taxi-chauffeurs
een uitzondering maken, vraagt spreker zioh af. Zou men
te£en die menschen moeten zeggen: „gaan fullie
maar stempelen"?
De heer Rijkes zegt naar aanleiding van de opmerkino-
d.e" Wethouder Dr. Droog, dat hij zich kan inden-
ken dat Maatschappelijk Hulpbetoon meer.de een goed
werk te doen, door bedoelde chauffeurs bij te steunen
üaarbij denkende aan een tijdelijken steun, immers, dat
Dlijkt ook uit de gehouden correspondentie tusschen Bur-
gemeester en Wethouders en Maatschappelijk Hulp-
betoon en tevens uit de notulen der Commissievergade-
ringen. Wanneer spreker op dat oogenblik Iid van Maat-
sohappelijk Hulpbetoon wa-s geweest, had hij vermoede-
lijk ook geen bezwaren daartegen in gebracht. Zelfs de
mmderheid m het College van Burgemeester en Wet-
houders zag m deze steunverleening van Maatschappe-
bjk Hulpbetoon geen bezwaar, juistomdat het van tijde-
bjken aard was en om de menschen over de brug te
helpen. Erkend moet echter worden, dat dit tijdelijk
arakter door Maatschappelijk Hulpbetoon niet in acht
is genomen, daar deze bijsteun reeds meer dan 2 jaren
achfereen geduurd heeft.
De heer Dr Droog, Wethouder, zegt feiten te noe-<
men, terwijl de heer Rijkes zich beroept op zijn over-
tuiging. r r J
De heer De Tello vindt het altijd een onaangenaam
ding als men aan de goede trouw gaat twijfelen. Het
antwoord dat men op een vraag krijgt, hangt wel eens