27 Februari 1936
33
De Voorzitler verwijst naar het advies van de Com-
mússie van Overleg voor het gemeentepersoneel, groep
politie-personeel.
De heer Rijkes heeft de betreffende correspondentie
gelezen en zegt, dat er wel een dosis moed voor noodig
îs, om de voorgestelde salarissen van het politiepersoneel
te bespreken; îmmers hij Ieest in het raadsstuk No. 11:
1. „waarbij U wordt aangemaand, om binnen een ter-
mijn van drie maanden, de jaarwedden voor de amb-
tenaren van politie te regelen als in dat Koninklijk
Besluit is aangegeven."
2. „Weigert Uw College aan de aanmaning gevolg te
geven, dan is te verwachten, dat wij op korten ter-
rnijn een uitnoodiging zullen ontvangen, het nood-
zakelijke besluit vast te stellen, terwijl, indien ook
wij deze zouden afwijzen, te voorzien is, dat de
door den Minister aangegeven salarissen door hooger
gezag zullen worden vastgesteld." en
3. „Uit de wettelijk voorgescnreven procedure valt dus
op te maken, dat invoering van de door den Minister
genoemde salarissen niet te vermijden is."
Het wordt ons dus impëratief voorgeschreven; grijpt
de Minister dan ook op deze wijze in, dan is de verant-
woordelijkheid niet meer bij den Raad; toch wenscht hij
nog de volgende opmerking te maken. De salaris-grenzen
van deze politie-ambtenaren heeft spr. nog eens nauw-
keurig bestudeerd, en wanneer hij de zienswijze van den
Minister mag aannerr.f3n, n.l. dat de huishuur 1/7 mag
zijn van het netto loonbedrag, dan komt spr. tot de con-
clusie, dat de agenten le en 2e klasse moeten wonen
in woningen met een huishuur van respectievelijk f 4.70
en f 4.40 per week. Bij deze berekening heeft spr. het
maximum salaris aangenomen; berekent hij dit volgens
het aanvangssalaris, dan moeten de huishuren nog be-
langrijk lager zijn.
In verband hiermede zou spr. den Burgemeester, als
hoofd van de Politie, de vraag willen stellen, of hij er
mede accoord gaat, dat het politiepersoneel, door de
voorgestelde salarïsgrenzen, gaat wonen in woningen
met de door hem genoemde huishuren, of eischt, of kan
de Burgemeester eischen, aan de hand van een reglement
of met het oog op het prestige van het politiecorps, dat
de agenten moeten wonen in woningen, die op een be-
hoorlijken stand liggen.
Zooals het voorstel thans wordt voorgelegd, kan spr.
er onmogelijk mede accoord gaan.
De heer de Tello zegt, dat het advies van de Com-