27 Februari 1936
ling dezer mafene geen voldoende lichtpunten om langer
een atwijzende houuing aan te nemen."
Eerst: „overwegende bezwaren". Binnen 5 maanden*
„met langer een aiwijzende houding". Ziedaar een reu-
zenzwaai, die spr., ais jongste in ueze politieke arena,
met vermag mee te maken, iaat staan na te doen En
cerhjk gezegd hoopt hij, dat hij het in het politieke leven
m het voivoeren van dergelijke ■>,kracht"-toeren nooit erg
ver zai brengen.
Bmgemeester en Wethouders rechtvaardigen deze be^
weging door er op te wijzen, dat zij „geen voldoende
lichtpunten zien. bpr. moge den heeren echter in oveo-
wegmg geyen, juist in donker, bij het ontbreken van vol-
doende nchtpunten, uiterst voorzichtig te werk te gaan
en h.j vertrouwt dat ook de Raad deze „ommezwaai in
donker niet zal meemaken.
V/ie tegen de doodstrar îs, zal ook na aanmaning van
rechter, weigeren de beulstaak te volvoeren en het
vonms ten uitvoer te brengen. Te meer wanneer dat
vonnis naar zijn vaste overtuiging een onrechtvaardio-
vonms is. Hij zal den rechter antwoorden: „Draag die
verantwoordelijkheid zeif!" Ook al ziet hij in de zaak
van den veroordeelde geen enkel lichtpunt meer.
z°° en vertrouwt spr., dat de Raad onzer
gemeente ook hier zal antwoorden: „Draag die ver-
antwoordehjkheid zelf!" In September 1.1. heeft de Raad
naar eer en geweten, gezegd: „Neen, wij kunnen nieti
En dan zouden we nu, nog geen 5 maanden later, moe-
zeggen: „Ja natuurlijk, wanneer wij worden aange-
rnaand, dan doen we het direct." Dat Iijkt hem toch een
houdmg, den Raad dezer gemeente onwaardig.
hans wil spr., in de tweede plaats, heel in het kort
nog even lets zeggen over dcn inhoud van de voorhg-
gende voordracht. Heel in het kort, omdat hij maar al te
goecl begrijpt dat aan de zaak zelf toch niets te ver-
cteren valt Mocht de Raad den moed hebben: „Neen'"
te zeggen, dan zullen Burgemeester en Wethouders wef
zoo goed zijn, aan de wenschen van den Minister te
voldoen. En mochten Burgemeester en Wethouders te-
-evondZ J HUn m0eH Uit SePtember hcbben weer-
gevonden de wonderen zijn immers de wereld
nog met uit dan is het vanzelfsprekend, dat deze
regehng door Den Haag wordt opgelegd. De regelino-
komt dus tot stand. Maar toch zou spr. hen die dfver
antwoordehjkhe.d op zich durven nemen, deze regeling
door te voeren nog een maal willen wijzen op de ^rove
onrechtvaardigheid, die zij daarbij begaan g