27 Februari 1936 17 De heer Disselkoen zegt, dat de heer Van der Erf al dikwiils een ians heeit gebroken voor de jeugdige werkloozen, wetende, dat zij een belangnjke groep vormen. Spreker vermoedt, dat het aantal ieugdige werkloozen belangrijk grooter is, dan het aantal dat als zoodanig staat ingeschreven. Het is daarom op de eerste plaats noodzakelijk, dat een onderzoek wordt ingesteld naar den omvang der jeugdwerkloosheid. De heer Van der Erf vindt het prettig, dat door verschillende heeren over deze materie, die altiid zijn volle belangstelling had, is gesproken. Spreker blijtt het een fout noemen. dat de vaders voor jeugdige werklooze kinderen geen steun krijgen. De heer Rijkes merkt op, dat er 21 jeugdige weik loozen d.w.z. van 15-21 jaar waren ingeschreven. Spreker betreurt het ook in hooge mate, dat er zoo weinig gedaan wordt voor de jeugdige werkloozen. De heer Dr. Droog, Wetliouder, zegt, dat er toch wel iets voor de jeugdige werkloozen gedaan wordt. Hij wijst daarbij op de tewerkstelling aan het speel terrein aan den Meerweg. terwpl er ook bij ledere nloeg een paar tewerk worden gesteld. Toch is liet aantal jeugdige werkloozen niet zoo groot als men denkt. De gemeente heeft niet eens zooveel aanviagen van jeugdige werkloozen gekregen, om bij het speel- terrein tewerk te mogen worden gesteld. Als de jeug- dige werkloozen zich niet eens de moeite willen ge- troosten om zich te laten inschrijven. dan behoeU men er toch ook geen rekening rnede te houden. Het îs zelfs zoo, zegt spreker, dat men er soms niet eens. voldoende kan krijgen. De heer \ran der Erf zou niet graag uit het feit, dat men geen aanmeldingen krijgt, de conclusie willen trekken, dat er geen jeugdige werkloozen in Heemstede zijn. Het kan zijn, dat men zich niet aanmeldt, omdat de belooning te laag is, of omdat de helft van het loon wordt afgetrokken. De getroffen maatregelen kun- nez dus ook heel goed aanleiding zijn, dat men zich niet aanmeldt. Spreker kan wel dit zeggen, dat het aantal jeugdige werkloozen in deze gemeente grooter is den men denkt. De heer Voors zegt, dat het zijn bedoehng îs, dat er een plan wordt opgemaakt vcor die jeugdige werk- loozen, die nog nooit aan den slag zijn kunnen komen en die nog geen vak kennen. Nagegaan dient te wor- den, of zijn indruk juist is, dat er vele jeugdige werk- loozen zonder toekoinst rondloopen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1936 | | pagina 5