27 Februari 1936
21
Het rapport is in een eenigszins gecomprimeerden
vorm den Raad aangeboden, docli ook de notulen van
al de gehouden vergaderingen zijn ter lezing aan Bur-
gemeester en Wethouders en den Raad neergelegd.
Zooals de Raad in het rapport heeft kunnen iezen,
heeft de Commissie zich ten slotte 4 vragen ter be-
antwoording voorgelegdook deze vragen en tevens
de beantwoording komen in het rapport in behoorlij-
ken, uitgebreiden en duidelijken vorm naar voren.
Daarna heeft de Commissie gemeend, den Raad haar
conclusies te moeten kenbaar maken.
Over de beantwoording dezer vragen en ook over
de conclusies kan de Raad natnurlijk met de Commis-
sie van meening verschillen. De Commissie is echter
bereid, zoo mogelijk, op al de vragen te antwoorden,
doch rekent er op, dat de vragen alleen betrekking
zullen hebben op de feiten, alias de kwestie, zonder
dat het noodig is, namen te noemen van personen,
die ziclr in dezen Raad niet kunnen verdedigen.
Spreker ineende goed te doen, dit eerst even te
zeggen en thans laat de Commissie met vol vertrouwen
aan den Raad zijn oordeel, over dcn inhoud van het
uitgebrachte rapport.
De heer Kromliout zegt, dat hem bij de bestudee-
ring van het door de Commissie uitgebrachte, zeer
uitvoerige verslag, betreffende het door haar in deze
netelige zaak ingestelde onderzoek, waarbij hij gaarne
liulde brengt aan de Comraissie, voor de nauwgezette
wijze waarop zij dat onderzoek heeft geleid, hem toch
nog eenige punten minder duidelijk zijn. Van den heer
Rijkes heeft de Raad al reeds vernomen, dat de Com-
missie gaarne bereid is op eventueele vragen uit den
Raad te antwoorden. Van deze gelegenheid tot het
verkrijgen van nadere inlichtingen, zal spreker gaarne
gebruik maken.
Op bladzijde 4 van het verslag staat, dat bij het
onderhoud, dat plaats had met de vertegenwoordigers
van Maatschappelijk Hulpbetoon, o.m. werd medege-
deeld, dat de gesteunde chauffeurs, terwijl zij weik-
zaam waren bij de fa. Baay, tenslotte kwamen vragen
of zij steun konden blijven ontvangen als zij naar een
anderen patroon overgingen.
Het maakt dus den indruk, dat deze chauffeurs ge-
heel zelfstandig, zonder eenige instigatie van wie ook,
in ieder geval zonder aansporing of zachten wenk van
den kant van Maatschappelijk Hulpbetoon, het plan
hadden opgevat naar een anderen patroon om te zien.