33 14 Me'. 1936 zondering van het geval bedoeld in artikel 7, wanneer de heipende brandweer kan inrukken. Artikel 5. 1. De gemeente, welke de liulp heeft aangevraagd voldoet binnen twee weken, na de indiening van de rekening, aan de gemeente, welke hulp heeft verleend, het bedrag der kosten. De betaling moet binnen den gestelden termijn plaats vinden. De verplichting tot ketalen wordt niet geschorst door een besluit tot hooger beroep. 2. Op de rekening mogen voorkomen a. de kosten ad f 1.— per uur per man van de aan de hulpverleening dienst gedaan hebbende man- schappen b. voor iedere automobielspuit f 15.— peruur; c. voor iedere motorspuit f 15.per uur. Bij berekening hiervan worden gedeelten van een uur voor een vol uur berekend, met dien verstande, dat een gedeelte van een uur, korter dan een haif uur, wordt verwaarloosd. d. een vast bedrag van f 15.per keer voor het schoonmaken van gebruikte materialen, welk bedrag alleen in rekening nrag worden gebracht indien daad- werkelijke hulp is verleend of indien weersomstandig- heden zulks noodzakelijk hebben gemaakt e. eventueele administratiekosten. Elke bij deze regeling betrokken gemeente draagt zelf het risico voor schade aan derden toegebracht bij het uit- en inrukken van de brandweervoertuigen, zoo- nrede voor ongevallen der brandweerlieden bij de hulpverleening. 3. De in dit artikel bedoelde vergoedingen worden ook wanneer van de gevraagde hulp geen gebruik wordt gemaakt berekend over den tijd, verloopende tusschen het uitrukken uit de garage of spuithuis tot aan den terugkeer langs den rneest korten weg naar deze garage of spuithuis. Artikel 6. Wanneer tengevolge van den brand mocht blijken, dat het noodzakelijk is aan het personeel van de hulp- verleenende brandweer voedsel en/of drank te ver- strekken, moet op daartoe strekkend verzoek, door de gemeente, waar de hulp verleend wordt, worden zorg gedragen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1936 | | pagina 18