43 30 Juni 1936 verkiaring, afgegeven door een door Burgenreester en Wethouders aan te wijzen geneeskundige. Het pensioen wordt geschorst, wanneer de rechthebbende weder als Wethouder in deze gemeente optreedt. Artikel 6. Wordt naast het Wethouderspensioen, toegekend na den datum van inwerkingtreding dezer verordening, op grond van een andere regeling een eigen pensioen genoten ten iaste van het Rijk, ten laste van Neder- landsch Indië, van Suriname of van Curagao, ten laste van een publiekrechtelijk iichaam in een dezer gebie- den, of ten laste van een door het openbaar gezag ingesteld fonds, dan wordt, ingeval het totaal dezer pensioenen meer zou bedragen dan f4000,—of is een dezer pensioenen een Ministerpensioen, dan f 6000.—, het Wethouderspensioen op den voet van het volgende lid beperkt. Deze beperking geschiedt aidus, dat het ingevoige deze verordening toegekende pensioen wordt gesteld op een zoodanig gedeelte van f4000,—onderschei- denlijk f 6000.—, als evenredig is aan de verhouding, waarin dat pensioen, indien het niet beperkt werd, zou staan tot het totaai der pensioenen, hetwelk den gewezen Wethouder, afgescheiden van eventueele be- perkende bepalingen, zou toekomen. Artikel 7. Wachtgeld of pensioen, in den zin van deze veror- dening, wordt toegekend door den Raad, op aanvrage van den belanghebbende of diens wettelijke vertegen- woordiger. Indien de aanvrage niet is ontvangen binnen zes maanden na den datum waarop aanspraak op wachtgeld of pensioen ontstaat, gaat het in met den dag na dien, waarop de aanvrage is ingekomen. Artikel 8. Het wachtgeld of het pensioen wordt uitbetaald in driemaandelijksche termijnen, telkens na afloop van een kalenderkwartaal. Indien de dag. waarop het wachtgeld of het pensioen ingaat, niet samenvalt met den eersten dag van een kwartaal, geschiedt de eerste betaling over het tijdvak

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1936 | | pagina 11