44
30 Juni 1936.
schuldigd zijn eene rente van zes procent per jaar,
inplaats van de overeengekomen vier en een achtste
ten honderd;
VIII. De geldgever(geefster) blijft geheel vrij om,
indien eenige rente- of aflossingstermijn niet op den
bepaalden tijd mocht worden betaald, na aanzuivering
alsnog door de gemeente van het achterstallig geble-
ven bedrag met rente als sub VII bepaald, de leening
als overeengekomen te laten doorloopen, dan wel
alle zoodanige maatregelen te nemen tot behoud van
zijne (hare) rechten of verhaal van zijne (hare) vor-
deringen als de wet te zijner (harer) beschikking stelt
en hem (haar) noodig of nuttig zullen voorkomen;
IX. Alle belastingen, welke te eeniger tijd ter zake
dezer geldleening hetzij naar den maatstaf der hoofd-
som, hetzij naar dien der interesten of aflossingen,
mochten worden geheven, komen ten laste en voor
rekening van de gemeente;
X. Alle betalingen moeten geschieden in goed
gangbaar Nederlandsch Bankpapier of Munt, zonder
eenige korting of compensatie;
XI. Op verzoek van de(n) geldgever(geefster) zal
de gemeente jaarlijks vöör of op 1 Februari een door
(n) geldgever(geefster) te verschaffen saldo-biljet,
vermeldende het op 31 December daaraan vooraf-
gaande aan hem(haar) verschuldigd kapitaal berekenen
en aan haar afgeven;
a X,IL Seldleening zal worden aangegaan op on-
derhandsche overeenkomst. Voor het sluiten der geld-
leenmg zal van het opgenomen bedrag voor eens eene
provisie kunnen worden uitgekeerd
XIII. Ter verzekering van de geregelde betaling
der verschuldigde renten en verplichte aflossingen
wordtm.de daartoe vereischte sommen jaarlijks op de
h Eïng ,yan de gemeente in uitgaaf gebracht en
Destredën uit de gewone inkomsten der gemeente.
Uitzondermg hierop vormt de buitengewone aflos-