46
30 Juni 1936.
STEUNREGELING VOOR WERKLOOZEN.
AAN DEN RAAD.
ln de raadsvergadering van 27 Februari j.l. werd
besloten ons college te verzoeken U voorstellen te
doen tot het nemen van maatregelen voor het onder
onze verantwoordelijkheid doen uitvoeren van de steun-
regeiing voor de werkloozen.
Gaarne geven wij aan deze uitnoodiging gevolg en
wij laten daarom hieronder volgen een overzicht van
de te treffen maatregelen.
Tot heden is de zorg voor de werkloozen toever-
trouwd aan den gemeentelijken Dienst voor Maat-
schappelijk hulpbetoon. De bepalingen van de Armen-
wet zijn ten deze dan ook toepasselijk. Daar het uiter-
aard niet mogelijk is elk geval individueel te behan-
delen, is door Maatschappelijk hulpbetoon voor het
verleenen van steun een regeling gemaakt, aan de
hand waarvan de toe te kennen steun aan werkloozen
wordt berekend.
Het overbrengen van de zorg voor de werkloozen
bij ons college heeft tot gevolg, dat eene steunregeling
moet worden in het leven geroepen, welke wij voor
de vaststelling van de uitkeeringen hebben te volgen.
De vaststelling van deze steunregeling behoort tot
Uwe bevoegdheid.
Wij willen nu aan deze regeling eerst nader aan-
dacht schenken.
Een punt van ernstige overweging heeft uitgemaakt
de vraag, welke regeling voor het verleenen van steun
aan werkloozen diende te worden voorgesteld.
In onzen aan U gerichten brief van 11 December
j l. hebben wij een vergelijkend overzicht gegeven van
de alhier geldende steunregeling en de steunregeling
voor de werkloozen volgens de rijksvoorschriften. Wij
hebben ons toen onthouden van het uitspreken van
een meening.
Nu echter door U een beslissing moet worden ge-
nomen omtrent eene regeling voor steunverleening aan
werkloozen, dient aan den inhoud van dien brief na-
dere aandacht te worden geschonken, temeer omdat
de uitgaven voor werkloozensteun dusdanig stijgen,
dat financieele voorzieningen dringend noodig zijn.
Op de begrooting 1936 van Maatschappelijk Hulp-