46
30 Juni 1936.
betoon, is voor steun aan werkloozen uitgetrokken een
bedrag van f 100.000.Over de periode Januari tot
en met Mei 1936 is echter reeds uitbetaald een bedrag
van rond f 70.000.—Daar het zich niet laat aanzien
dat de werkloosheid belangrijk zal verminderen, is te
verwachten dat bij handhaving van de toepassing van
de thans geldende steunregeling, het geraamde bedrag
met minstens f 70.000.zal worden overschreden.
Zooais in genoemden brief van 11 December j.l.
reeds wordt gezegd, wordt de mogelijkheid om een
rijksbijdrage in de kosten van werkloozenzorg te ver-
krijgen grooter naarmate de uitgaven daarvoor stijgen.
De toepassing van de rijkssteunregeling heeft dan, uit
financieel oogpunt beschouwd, niet alleen het voordeel
van een besparing op de uitgaven, doch tevens de
mogelijkheid van het ontvangen van een bijdrage,
wanneer ook rijkstoezicht op de werkloozenzorg wordt
aanvaard.
Voortgaande op de becijferingen, welke in den brief
van 11 December 1935 zijn gegeven zou, bij een to-
tale steunuitkeering over 1936 volgens de bestaande
regeling van f 170.000.met tewerkstelling, zijn uit-
gekeerd bij toepassing van de rijksregeling f 159.000.
Wanneer geen tewerkstelling zou plaats hebben, zouden
deze cijfers met respectievelijk f 12000. en f 11000.
zijn verhoogd. De besparing op den steun zou dan
derhalve hebben bedragen f 12000.
Een zoo belangrijke uitgave voor werkloozenzorg
zou de gemeente in aanmerking doen komen voor een
rijksbijdrage van 16% of rond f 27000.—
De volledige toepassing van de rijksvoorschriften
zou de gemeente derhalve over 1936 een financieel
voordeel hebben kunnen opleveren van f 12000.—
f 27000,—, is rond f 39000.—.
Wij zijn van meening dat, in verband met den al-
gemeenen financieelen toestand der gemeente, er alle
aanleiding bestaat, reeds thans de noodige maatregelen
te treffen voor het verkrijgen van het Rijk van een
bijdrage in de kosten van werkloozenzorg, met in-
gang van het jaar 1937. Daarvoor is dan noodig dat
een steunregeling wordt toegepast, welke door den
Minister is goedgekeurd. Voor 1936 is echter geen
bijdrage te verkrijgen en daarom zouden wij voor het
loopende dienstjaar de rijksregeling als „eigen rege-
ling" willen vaststellen.