46
30 Juni 1936.
den werklooze gelijktijdig ter hand gesteld een aan-
meldings- of stempelkaart, welke deze dagelijks, een
of meermalen, ter afstempeling moet aanbieden, ten
bewijze, dat hij inderdaad werkloos is.
De afstempeling geschiedt in den gewonen werktijd.
De regeling tot bepaling van tijd(en) en plaats van
stempeling wordt vastgesteld door Burgemeester en
Wethouders.
Art. 19.
De steun zal niet worden verleend, c. q. worden
ingehouden, indien:
a. de werklooze, die voor steun in aanmerking
komt, opzettelijk verkeerde inlichtingen verstrekt;
b. de ondersteunde opzettelijk geen of onvolledige
opgave verstrekt van zijn inkomen en van dat van de
overige leden van het gezin, of hij nalaat van veran-
derde omstandigheden, die op den steun van invloed
kunnen zijn, tijdig aan Burgemeester en Wethouders
mededeeling te doen
c. de werklooze nalaat er voor te zorgen, dat hij
als werkzoekende bij den plaatselijken agent der ar-
beidsbemiddeling is ingeschreven en ingeschreven blijft;
d. de werklooze weigert werk te aanvaarden, waar-
voor hij lichamelijk geschikt kan worden geacht;
e. de werklooze weigert te allen tijde de(n) daar-
toe gemachtigde(n) persoon(personen) in zijne woning
te ontvangen, of zich niet onderwerpt aan de vastge-
stelde maatregelen van controle;
f. de werkloosheid een gevolg is van werkstaking
of uitsluiting;
g. de werklooze door ziekte of ongeval tot werken
niet in staat is;
h. de werklooze nalaat er voor te zorgen, dat hij,
en de leden van zijn gezin, bij een ziekenfonds en bij
een fonds voor ziekenhuisverpleging, als in art. 5 be-
doeld, zijn ingeschreven en ingeschreven blijven.