46 30 Juni 1936.
Art. 20.
Wanneer door tot werken in staat zijnde, niet-ver-
dienende leden van 15 jaar of ouder, van het gezin van
den ondersteunde, passende arbeid voor een behoor-
lijk loon zonder grondige reden, een en ander ter be-
oordeeling van Burgemeester en Wethouders, wordt
geweigerd, wordt met betrekking tot de hulp, welke
aan den ondersteunde wordt verleend, gehandeld ais-
of het loon van den aangeboden arbeid in het gezin
inkwam.
Op gelijke wijze wordt gehandeld wanneer een ge-
zinslid, als in de eerste alinea bedoeld, een betrek-
king zonder geldige reden vrijwillig verlaat of door
eigen schuld wordt ontslagen.
Burgemeester en Wethouders bepalen gedurende
welk tijdvak een maatregel, als in de le en 2e alinea
bedoeld, moet worden toegepast.
Aan den ondersteunde wordt geen gezinsieden toe-
slag uitgekeerd voor zijne tot werken in staat zijnde,
niet-verdienende gezinsleden van 15 jaar of ouder,
die nalaten te zorgen dat zij zijn en biijven inge-
schreven bij het orgaan der openbare arbeidsbemid-
deling.
B. Voor de reglementair nog niet recht-
hebbenden, dubbel uitgetrokkenen
en ongeorganiseerden.
Art. 21.
Voor de hierboven genoemde groepen geldt het
volgende tarief van steunverleening.
De steun bedraagt ten hoogste:
a voor gehuwden en ongehuwde kostwinners
,.T,per week benevens f 1.35 per week per ge-
zinslid boven twee personen
b. voor kostgangers f 8.per week.
Bovendien kan aan gehuwden en ongehuwde kost-
winners een huurtoeslag worden verstrekt, overeen-
omende met 2/3 van hetgeen de huur meer bedraagt