232
29 October 1936.
deeling, dat slechts sprake is van een technische her-
ziening, Burgemeester en Wethouders, wanneer zii
daaraan, zooals in dit geval, een verhooging van
îndirecte belasting wenschen vast te koppelen, dit in
het voorstel tot uiting hadden moeten brengen. Dat
dit niet geschied is, wordt als een leemte in dit stuk
gevoeld. Een ander bezwaar, dat door de meerderheid
der Commissie wordt gevoeld, is, dat, indien verhoo-
ging van schoolgeld moet worden toegepast deze
verhooging over de geheele linie en voor alle klassen
van heffing had moeten plaats hebben, waarbii geen
bezwaar zou worden gemaakt tegen het toepassen van
progressie. De progressie volgens het voorstel, waarbii
eenige categoriën van verhooging zijn uitgeschakeld
îs naar het oordeel van de ineerderheid der Cotnmis-
sie niet systematisch doorgevoerd, daardoor niet lo-
gisch gedacht en voor die meerderheid dan ook niet
aanvaardbaar.
Nu vragen Burgemeester en Wethouders wat de
Lommissie wil. In antwoord daarop zou spreker wil-
vragen of de Raad zich op de eerste plaats uit-
spreekt over al of niet aanvaarding van het beginsel
van middeien-versterking en zoo ja of deze dan zoo
moet worden verkregen, dat iedereen daar progressief
aan bijdraagt. Zegt de Raad op beiden ja, dan moeten
Burgemeester en Wethouders een nieuwen staat ma-
ken. Dit, zegt spreker, is de meening van de meer-
derheid der Financieele Commissie.
De heer Disselkoen acht het wenschelijk, dat ook
de minderheid van de Financiëele Commissie zich laat
hooren. Spreker wil dan op de eerste plaats waar-
schuwen tegen de woordenkeus van den heer Van
Unen, als hij spreekt over indirecte belastingverhoo-
ging Van een belastingverhoogiug toch, kan niet ge-
sproken worden. Er kan alleen gesproken worden van
een gedeeltelijke terugvordering van de kosten van het
onderwijs. Men moet deze aangelegenheid zoo zien
ar er een oude schoolgeidregeling is, waarop men
een toeslag gaat leggen, waarbij dan een zekere pro-
gressie wordt toegepast, hetgeen iogisch is. Burge-
meester en Wethouders hebben hun oorspronkeliik
voorstel gewijzigd in den geest van de Onderwiis-
Commissie. Men kan het voorstel naar Burgemeester
en Wethouders terugzenden, maar het gevolg is, dat