226
29 October 1936.
gelicht, dan is er meer. Maandenlang moet met die
nieuwe wijze van steunverleening zijn voortgegaan,
waarbij een ambtenaar ter secretarie, die ex officio van'
den inlioud van het rapport kennis droeg, zijn dienst
verleende, zonder dat Maatschappelijk Hulpbetoon te
hooren kreeg, dat op die wijze tegen 's Raads stand-
punt in werd gehandeid. Als dit zoo is, dan ontvalf
er nog rneer steun aan de beschuldiging, die tegen
die instelling is ingebracht. Daar komt nog bij, dat
Maatschappelijk Hulpbetoon pogingen in het werk
schijnt te hebben gesteld, om 's Raads opinie te weten
te kotnen omtrent steunverleening in soortgelijke ge-
vallen als die van de chauffeurs. Dit alles in over-
weging nemende, is spreker van meening, dat het
requisitoir tegen Maatschappelijk Hulpbetoon te vroeg
genomen is en dat bij het te verwachten pra-advies
op het voorstel van den heer Disselkoen deze zaak
nog wel een ander aanzien zal krijgen. Indien de Raad
reeds nu daaromtrent eenige meerdere zekerheid kon
krijgen en hier sprake is van gebrek aan contact tus-
schen Gemeentebestuur en Maatschappelijk Hulpbetoon
of als er gedacht moet worden aan een misverstand
of misschien aan wat anders, maar niet aan gebrek
aan deferentie bij Maatschappelijk Hulpbetoon voor
's Raads standpunt, dan is er wellicht reeds nu reden
voor den heer Disselkoen, om zijn voorstel in te trekken.
De Voorzitter zegt, dat deze zaak tlians niet aan
de orde is. Het gaat er nu alleen om, dat in de door
den Raad vastgestelde verordening een artikel voor-
komt, dat in strijd is met de wet. Straks, bij het prae-
advies van Burgemeester en Wethouders op het voor-
stel van den heer Disselkoen, kan deze zaak aan de
orde komen, doch spreker vindt het beter, orn daarop
nu niet verder in te gaan.
De heer Van Unen zegt, dat er indertijd een oor-
dee! is geveld over Maatschappelijk Hulpbetoon, waar-
aan spreker momenteel niet zou hebben meegedaan.
De Voorzitter zou den heer Van Unen in over-
weging willen geven eerst nog eens de andere zijde
te hooren, anders zou hij straks misschien zijn meening
weer moeten corrigeeren.
De heer Rijkes staat er verbaasd van, dat de heer
Mr. von Meyenfeldt nu als mosterd na den maaltijd