29 October 1936. 229
De heer Van Unen kan zich toch zeer goed voor-
stellen, dat, indien men zoo scherp wordt aangevallen
als Maatschappelijk Hulpbetoon ter vorige raadsver-
gadering, men gaarne in de gelegenheid wil worden
gesteld, om zich te rehabiliteeren, doch danmoetmen
ook over alle gegevens kunnen beschikken.
De Voorzitter zegt, dat Maatschappelijk Hulpbetoon
altijd de gelegenheid heeft gehad zich op de hoogte
te stellen.
De heer Disselkoen zou gaarne zien, dat in de
volgende raadsvergadering het prae-advies op zijn
voorstel zou kunnen worden behandeld.
De Voorzitter zegt, dat zeker spoed zal worden
betracht, doch verdere toezeggingen kan spreker toch
niet doen.
De heer Disselkoen zegt, dat deze heele aangele-
genheid toch een onderwerp heeft uitgemaakt van een
langdurige bespreking. Het is dan ook niet juist, dat
Maatschappelijk Hulpbetoon niet op de hoogte kan
worden geacht van de bedoelingen van den Raad.
Desgevraagd kan de Raad er zich vervolgens alge-
meen mede vereenigen, dat Maatschappelijk Hulpbetoon
inzage wordt verstrekt van het rapport van de Com-
missie ad hoc, terwijl vervolgens zonder hoofdelijke
stemming wordt besloten, overeenkomstig den wenk
van Gedeputeerde Staten, artikel 20a uit het desbe-
treffende raadsbesluit te schrappen.
Gemeenteverslag.
k. Aanbieding gemeente-verslag 1935.
Bijslag loonen in bollenbedrijven.
De Voorzitter deelt in verband met een destijds
gedane toezegging mede, dat in het tijdvak van 30
December 1935 tot 1 Juni 1936 aan bijslag op de
loonen in de bloembollenbedrijven in totaal een be-
drag van f 474.09 is uitgegeven. Intusschen, zegt
spreker, is door den Minister de heele bijslagregeling
met ingang van 1 October j.l. stopgezet.