98
3 Deceinber 1936.
GELDLEENING.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wethou-
dcrs
Gelet op de artikelen 170 en 228 der Gemeentewet;
BESLUIT:
A. Goed te keuren voor zooveel noodig, dat door
Burgemeester en Wethouders aan de Rijkspostspaar-
bank te Amsterdam is medegedeeld, dat op 1 Maart
1937 zal worden afgelost het geheele restant, groot
f 42.000.—, van de geldleening, oorspronkelijk groot
f 179.000.—, aangegaan krachtens raadsbesluit van 24
October 1912;
B. ten laste van de Gemeente eene geldleening
aan te gaan inet de Gemeentespaarbank te Arnhem
(verder genaamd de Gemeentespaarbank), tot een no-
minaal bedrag van f 42.000.—, tegen een jaarlijksche
rente van 3V2 °/o, koers 100 en verder op den
grondslag van de volgende bepalingen.
1. De gelden zijn" bestemd voor dekking kosten
conversie der onder A bedoelde geldleening.
2. De gelden zullen worden opgenomen op 2 Ja-
nuari 1937.
3. De Gemeente verbindt zich de leening pari
af te lossen in hoogstens 7 jaren en wel op 1 No-
vember van elk der jaren 1937 tot en met 1943, tel-
kens f 6000.
4. De Gemeente is te allen tijde bevoegd tot ver-
sterkte of vervroegde aflossing over te gaan, mits
daarvan ten minste drie maanden van tevoren aan de
Gemeeutespaarbank is kennis gegeven.
Indien de Geineente van deze bevoegdheid gebruik
maakt vöör 2 Januari 1942 zal zij aan de Gemeente-
spaarbank een boete verschuldigd zijn van 1 over
het bedrag, dat zij aflost boven het sub 3 bepaalde.