262
3 December 1936.
meerderheid van het College van Burgemeester en
Wethouders heeft blijkbaar deze noodzakelijkheid aan-
gevoeld. In het uitvoerig prze-advies, dat door het
College over deze aangelegenheid is uitgebracht, wordt
ondanks alle waardeering, welke het College overigens
heeft voor het zeer vele goed, dat Maatschappelijk
Hulpbetoon gedaan heeft en nog doet, alsmede voor
den belangloozen en moeilijken arbeid, welke wordt
verricht, geadviseerd, het voorstel van de fractie der
S.D.A.P. aan te nemen. Ingaan op het bekende con-
flikt met de chauffeurs, aclit spreker overbodig, daar
is trouwens genoeg over gezegd. Alle raadsleden
weten en zijn het er over eens, dat Maatschappelijk
Hulpbetoon de uitspraak van den Raad niet heeft
opgevolgd, zooals de Raad dit wenschte en dat deze
Dienst dus een fout heeft begaan. Het ligt dan ook
allerminst in spreker's bedoeling, de houding van
Maatschappelijk Hulpbetoon goed te praten. Integen-
deel, liij betreurt het, dat dit is voorgevallen. Spreker
heeft zich echter afgevraagd of deze aangelegenheid
nu zöö ontzettend zwaar moet worden aangerekend,
dat een zoo ingrijpende maatregel als de fractie der
S.D.A.P. voorstelt en door de meerderheid van het
College aanbevolen, daarvan het gevolg zou moeten
zijn. Spreker vindt de bejegening van Maatschappelijk
Hulpbetoon door dit voorstel alleen reeds meer dan
krenkend. Afgezien van de kwestie, dat spreker er de
voorkeur aan zou blijven geven, dat de armenzorg
beter gediend zal blijven bij een Burgerlijk Colleffe
dan door ambtenaren, vindt hij deze handeling, om'
deze achtenswaardige lieden aan den dijk te zetten,
allesbehalve aanbevelenswaardig.
Voorts is spreker van meening, dat een herhaling
van het voorgevallene niet te duchten zal zijn, temeer
nu uit de Commissie voor de Werkloozenzorg een
gedelegeerde benoemd zal worden, die steeds contact
zal hebben inet Maatschappelijk Hulpbetoon en het
College van Burgemeester en Wethouders, terwijl deze
Commissie bevoegd is het bestuur van Maatschappelijk
Hulpbetoon en de ambtenaren van dien Dienst uit te
noodigen, de vergaderingen van die Commissie bij te
wonen. Er zal dus in de toekomst steeds een nauwer
contact zijn tusschen Maatschappelijk Hulpbetoon en
het College van Burgemeester en Wethouders en de
Commissie. Na hetgeen spreker hier heeft opgemerkt,