278
3 December 1936.
Dr. Droog meende te moeten lachen om spreker's
eerbied voor het gezag. Spreker zou kunnen huilen
om de wijze, waarop Dr. Droog het gezag ondermijnt.
Ook de vrees van Wethouder Dr. Droog, dat de zui-
nigheid in het gedrang zal komen ais de armenzorg
onder rechtstreeksche verantwoordelijkheid komt van
het Gemeentebestuur, zai blijken volkomen ongegrond
te zijn. De Armenwet en de uitvoeringsvoorschriften
blijven toch volkomen van kracht. Ook betwist spre-
ker de meening van den heer Van Unen, dat kwade
trouw aanwezig moet worden geacht. Tenslotte wil
spreker nogmaals een woord van hulde brengen aan
Burgemeester en Wethouders, voor de wijze waarop
zij de belangen van de gemeente Heemstede door
hun advies willen dienen.
De heer Rijkes betwist, dat zijn aanteekeningen
over hetgeen de heer Disselkoen heeft gezegd niet
juist waren. Voorts zou spreker aan den Voorzitter
willen vragen, waarom hij die f 100.000.—, die ter
beschikking worden gesteld van Burgemeester en
Wethouders, niet eerder in het geding heeft gebracht.
Dan heeft de Voorzitter nog medegedeeld, geen ver-
trouwen te hebben in den gedeiegeerde. Hieraan zou
tegemoet kunnen worden gekomen, indien Burgemees-
ter en Wethouders straks den Voorzitter van hun
College als gedelegeerde aanwijzen, zegt spreker.
De heer Kromhout kan zich voorstellen, dat Dr.
Droog zich heeft willen verdedigen, na de felle aan-
vallen die van drie verschillende kanten op hem zijn
gericht.
Spreker kan deze verdediging echter niet anders
zien dan zeer zwak. Dr. Droog heeft zijn toevlucht
gezocht in het debiteeren van enkele geestigheden.
Over het algemeen is dit geen bewijs van sterkte.
Hetgeen Dr. Droog heeft gezegd aan het adres van
de beide andere verdedigers van het voorstel, zal ver-
moedelijk door die heeren zelf wel nader worden be-
schouwd. Spreker zal zich dus bepalen tot hetgeen
de Wethouder te zijnen opzichte heeft gemeend te
moeten opmerken,
In de eerste plaats wordt dan door Dr. Droog mede-
gedeeld, dat spreker in den Raad zou zijn gekomen
dank zij de stemmen van de N.S.B. Inderdaad schijnen
er eenige N.S.B.-ers in Heemstede te zijn geweest,