3 December 1936.
nu vanavond gehoord heeft en bij zichzelf reeds heeft
overwogen, hij de vaste overtuiging heeft, dat belang-
rijk werk zal kunnen worden verricht. Mocht in de
toekomst blijken, dat het niet goed gaat, dan valt er
altijd nog te zien.
De Voorzitter zegt, dat de opmerking is gemaakt,
waarom er niet eerder is ingegrepen. Die vraag kan
men echter altijd doen. Het bedrag waarover Maat-
schappeiijk Hulpbetoon in den loop der jaren is komen
te beschikken is aanmerkelijk gestegen en dat is zeker
een factor, waarmede langzamerhand rekening moest
worden gehouden. Voorts zegt spreker, niet beweerd
te hebben, dat hij geen vertrouwen heeft in den ge-
delegeerde. Spreker heeft niet zooveel hoop op den
gedelegeerde, omdat hij in Maatschappelijk Hulpbetoon
geen stem heeft. Dit heeft spreker echter heelemaal
niet gezegd, om Maatschappelijk Hulpbetoon iets on-
aangenaams te zeggen.
Het voorstel van den heer Disselkoen wordt ver-
volgens in stemming gebracht en verworpen met 6—9
stemmen.
Vöör het voorstel stemden de heeren Voors, De
Tello, Disselkoen, Kromhout, Van der Erf en de Wet-
houder Jhr. van de Poll.
Tegen het voorstel stemden de heeren Van der
Linden, Van Unen, Mr. von Meyenfeldt, Jonckbloedt,
Audretsch, Rijkes, Meeuwenoord, Van Lent en de Wet-
houder Dr. Droog.
Rondvraag.
Klacht uurwerk Dreefschool.
De heer Audretsch zegt, dat in de couranten de
opmerking is gemaakt, dat het uurwerk van de Dreef-
school zoo onregelmatig loopt. Spreker vraagt, of
daaraan iets te doen is.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat dit vraagstuk
reeds de volle aandacht heeft van den Directeur van
de Bedrijven.
Schoolvoeding.
De heer Kromhout heeft in de courant gelezen, dat