29 Januari 1937. 17 sommige deelen van het gemeentelijke beleid te laten bij dengene, die in wezen geen politieke verantwoor- delijkheid op zich kan nemen, met name van onzen geachten Burgemeester, die thans de niet geringe onderdeelen betreffende het onderwijs, armenzorg en de bedrijven als wethouder leidt. Als gezagsdrager, als hoofd der politie, en als voorzitter van onzen Raad in onafhankelijke en ge- waardeerde positie staande tegenover en boven alle partijen, zou het hem zeer ongewenscht lijken dat deze figuur vertroebeld zou kunnen worden door bespre- kingen of inmengingen krachtens andere bevoegdheden. Dit risico bestaat ongetwijfeld bij de uitoefening van de functie als wethouder, en al houden de thans zit- tende personen en partijen zich nauwkeurig aan een scherpe scheiding van deze bevoegdheden en onder- scheiding van den persoon van den burgemeester äls burgemeester ên als wethouder, ten deze kan ook wijziging in de situatie ontstaan. Bovendien kan men in aanmerking nemen, dat door den groei in de laatste jaren tot bijna het wettelijk voorgeschreven minimunr van 20 000 inwoners, hetwelk noodig is om überhaupt een drietallig college van Burgemeester en Wethouders te kunnen hebben, ook de werkzaanrheden zoowel voor den wethouder der drie genoemde gemeentelijke onderdeelen, als de taak als hoofd der politie, niet gering van omvang zijn en in de naaste toekomst nog veel nreer van de arbeids- kracht van onzen burgemeester zullen vergen. Daarbij komt de situatie die ons bekend is geworden door het a.s. vertrek van den inspecteur van politie, en waarbij onder het oog moet worden gezien of or- ganisatorisch ook de taak van den burgenreester ver- zwaard zal worden. En welke maatregelen daar van te verwachten zijn. Deze maatregelen kunnen nu een beduidende ver- grooting van kosten met zich nrede brengen of een aanmerkelijke versobering. Neemt men een oogenblik aan, dat een comnrissariaat wordt noodig geacht, dan behoeft spreker niet tezeg- gen dat met een toename van lasten 4000 of 5000 gulden zeker te rekenen valt, die wij eenvoudig op de gemeentebegrooting zullen hebben uit te trekken. Zou het echter mogelijk wezen om onzen geachten burgemeester geheel vrij te maken voor zijn taak als

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1937 | | pagina 17