29 Januari 1937.
23
noemenswaardige kosten dit evenement organisatorisch
te doen slagen.
Spreker meent zelfs dat het als een daad van goede
buurschap getuigt indien ons gemeentebestuur zich
dienovereenkomstig met een aanbod tot hun collega's
in Bloemendaal of andere instanties wendt, omdat hij
meent dat daarmede het welslagen van de Jamboree
en de belangen van onze zustergemeente ten zeerste
gediend zullen wezen. Zouden Burgemeester en Wet-
houders dit idee in overweging willen nemen?
De heer Van der Erf wil op de eerste plaats een
woord van dank brengen aan Burgemeester en Wet-
houders voor het sluitend maken der begrooting, waar-
bij veel moeilijkheden moesten worden overwonnen,
ook al kan het zijn, dat uiet alle voorstellen aan allen
welgevallig zijn. Spreker zou de maatregelen die zijn
getroffen om deze begrooting sluitend te maken, in 3
groepen willen verdeelen 1 gewenschte, althans aan-
vaardbare maatregelen; 2°. ongewenschte, doch nood-
zakelijke maatregelen; 3°. onmogelijke of slechts in
alleruiterste instantie aanvaardbare maatregelen. Onder
de eerste groep zou spreker willen rangschikken, ten
eerste een hoogere raming van de inkomsten uit be-
lastingen, ten tweede, het nalaten van extra afschrij-
vingen van de bedrijven, ten derde een greep uit de
reserve. Tegen deze 3 voorstellen zal wel niet veel
bezwaar bestaan. Tot de tweede groep behooren, ten
eerste de verhooging met 10 opcenten van de ge-
meentefondsbelasting, ten tweede de verhooging met
10 opcenten van de personeele belasting, ten derde
de heffing van 20 opcenten op de vermogensbelasting,
ten vierde de heffing van een straatbelasting.
Deze 4 voorstellen zijn niet aangenaam te noemen,
omdat zij een zwaarderen druk op de burgerij leggen,
doch zijn niettemin noodzakelijk te noemen, omdat
Burgemeester en Wethouders en ook de Raad voor
de noodzakelijkheid zitten, de eindjes van de begroo-
ting aan elkaar te knoopen. Tot de derde groep be-
hoort het voorstel tot het aanstellen van kweekelingen
met akte, waartegen spreker ernstige bezwaren heeft
en het plaatsen van de gemeente in de 2de klas, het-
geen zeer zeker groote onbillijkheden zou scheppen.
Gelukkig hebben Burgemeester en Wethouders dit
laatste voorstel ingetrokken. Tenslotte wijst spreker