29 Januari 1937.
29
-voor al zijn vlijt en ijver zal worden beloond met een
toelage van f 1000.— per jaar, dat is nog geen f 20.-
in de week.
Nu zijn Burgemeester en Wethouders op hun oor-
spronkelijk voorstel wel eenigszins terug gekomen. En
daarvoor is spreker het College dankbaar, ook al blijft
het voorstel voor hem onaanvaardbaar. Burgemeester
en Wethouders toch stellen nader voor, te bepalen,
dat het bedoelde besluit eerst in werking treedt, zoo-
dra een vacature ontstaat.
Nu wil spreker op twee dingen wijzen. In de eerste
plaats op het feit, dat de beoogde bezuiniging op
deze wijze gaat behooren tot de categorie „bezuini-
ging in perspectief". A1 zouden we de verzekering
ontvangen, dat het vacant komen van een plaats spoe-
-dig valt te verwachten, zekerheid daaromtient bezitten
we niet
In de tweede plaats wordt door dit nadere voorstel
aan een onderwijskracht bij het Openbaar L. O. iiet
krijgen van ongevraagd ontslag bespaard. Dit is echter
niet het geval bij de boventallige leerkrachten bij het
Bijzonder L. 0. Wordt deze betrekking bij het Öpen-
baar L. 0. opgeheven, dan volgt daaruit automatisch,
dat de besturen van Bijzonder Lagere Scholen geen
vergoeding meer ontvangen voor hun boventallige leer-
krachten. En dan dreigt voor die leerkrachten ontslag.
Hier kan natuurlijk niet worden gewacht, tot er toe-
vallig een vacature komt. Voor de ééne leerkracht bij
het Openbaar L. 0. wordt ongevraagd ontslag voor-
komen, doch voor de 4 5 boventallige leerkrachten
bij het Bijzonder Onderwijs dreigt dit ontslag, zoo
spoedig er bij het Openbaar Onderwijs een vacature
ontstaat. Wellicht kan voor soinmige leden ook dit
nog een argument zijn, om het voorstel van Burge-
meester en Wethouders niet te aanvaarden.
Het laatste voorstel van Burgemeester en Wethou-
ders dat bij deze begrooting is ingediend en waar-
over spreker nog iets wilde zeggen, is de voordracht
tot verhooging van de belooning van den Secretaris-
Penningmeester van Maatschappelijk Hulpbetoon van
f 1000.— op f 1200.per jaar.
Spreker meent, dat het moment om met dit voorstel
te komen, wel heel ongunstig is gekozen. Er zijn ge-
durende de laatste maanden over Maatschappelijk Hulp-
betoon in den Raad harde noten gekraakt. Het lijkt