38
29 Januari 1937.
anders dan de werkloozensteun niet tegelijk met de
crisis ter ziele zullen gaan.
ln dit verband mag ook de vraag aan de orde ge-
steld worden of Heemstede zoo langzamerhand niet
beter kon doen zélf een inrichting voor Middelbaar
Onderwijs in het leven te roepen. Spreker begrijpt
zeer goed dat deze vraag zich weinig leent tot een
debat in den Raad op dit oogenblik, zonder eenige
voorbereiding. Maar kunnen Burgemeester en Wethou-
ders zich niet bereid verklaren zich een oordeel over
deze kwestie te vormen en dat oordeel in een rapport
aan de Onderwijscommissie voor te leggen?
Aan den heer Kromhout zou spreker willen zeggen,
zich voor rancuneuze gevoelens te behoedenalles
wat hier aan de orde is geweest over Maatschappelijk
Hulpbetoon betrof het geheele bestuur en spreker acht
het onjuist, om den bezoldigden ambtenaar van dezen
Dienst hier te treffen.
Een ander onderwêrp waarover spreker bij deze
algemeene bescliouwingen een enkel woord wil zeggen,
is de zorg voor de volkshuisvesting.
Spreker meent te weten, dat pogingen worden voor-
bereid tot stichting van meer goedkoope arbeiders-
woningen. Indien daarbij een beroep wordt gedaan op
medewerking van het Gemeentebestuur, dan hoopt
spreker dat dat beroep niet vergeefsch zal zijn.
Dat is één, maar er is nog een andere kant aan dit
vraagstuk. Afgezien van het aantal arbeiderswoningen,
rijst de vraag naar de hoedanigheid der reeds be-
staande arbeiderswoningen. Meenen Burgemeester en
Wethouders dat alle arbeiderswoningen in Heemstede,
bijv. dus ook alle woningen aan de Molenwerfslaan
e. d- voldoen aan behoorlijke eischen van grootte, in-
deeling, hygiënische omstandigheden e. d.? Ziet het
College in het geheel geen taak voor zich weggelegd
op het gebied van de verbetering der volkshuisves-
ting? Hoe denkt de Wethouder voor de volkshuisves-
ting hierover? En hoe denkt de Wethouder voor de
volksgezondheid hierover?
Uit de woningen naar de straat is maar één stap.
Thans wil spreker iets zeggen over de straatbelasting.
Het spreekt van zelf, dat toen de noodzaak van
eenige belastingverhooging op zich zelf vast stond, de
Sociaal Democratische fractie op haar beurt, evenals
Burgemeester en Wethouders en de andere fracties