44
29 Januari 1937.
moment van „uiterste noodzaak" wilde afwachten.
Spreker heeft zich daarbij toen aangesloten, vooral
toen de Wethouder van Financiën zich daartegen niet
uitdrukkelijk verzette. Hoewel natuurlijk omtrent het
resultaat van de gevolgen van dit meerderheidsbesluit
op 't moment nog niets vast staat, liebben wij uit de
stukken tot lieden niets bespeurd, dat er op zou wij-
zen, dat 1936 met een tekort zal siuiten. Dit heeft zijn
vertrouwen in het beleid van Jhr. van de Poli ver-
stevigd. Trouwens met liet zich door voorzichtigheid
kenmerkende en geen risico's nemende beleid van den
Wethouder zijn wij allen vertrouwd en daarin stelt
spreker het grootste vertrouwen. Eveneens heeft hij
in het afgeloopen jaar opnieuw zijn bereidwilligheid
ervaren om open te staan voor de eenige soort critiek
die geoorloofd is, spreker bedoelt de opbouwende.
De wijze waarop de begrooting die voor ons ligt,
sluitend is gemaakt, heeft zijn volle instemming, zoo-
als trouwens bleek uit het schriftelijk overleg met de
Firiancieele Commissie aan welker vergaderingen
in 1936 spreker met veel genoegen terug denkt.
Met name neemt spreker in bescherming de wijze
waarop heeft plaatsgevonden de verdeeling van het
ontbrekende bedrag over de factoren die de begroo-
ting samenstellen. ln percentages uitgedrukt is dit, als
men het tekort aanvankelijk van ruim 2 ton op
100 stelt:
1. Bezuiniging en nauwkeu-
riger raming f 54.000,— 25
2. Uit Reservefonds f 55.000.28
3. Uit aantrekking uit reserve-
fonds wegen f 10.000.— 5
4. Gemotiveerd achterwege
laten van afschrijvingen f 14.000.7
5. Verhooging van bestaande
belastingen
Gemeentefonds f 26.400,— 12 °/o) on j
Pers. Bel. f 16.450,— 8 o/o) 2U
6. Nieuwe belastingbronnen:
Verm Bel. f 16.300.— 8 o/0)
Straatbel. f 21.000.—10 °/o)
waaruit dus blijkt, dat circa 25 is verkregen door
bezuiniging en betere raming, 40 °/o uit de reserves
en de overige 35 uit verhooging van belastingdruk.