52
29 Januari 1937.
opgeschreven. De prachtige brug is reeds vernield.
Burgemeester en Wethouders hebben geprobeerd con-
tact te krijgen met anderen die er iets voor over zouden
kunnen hebben. Wel is van die zijde hulp verleend,
doch niet met geld. Er is een begrooting opgemaakt
waarin de te verrichten werkzaamheden zijn opgesomd
en waaruit blijkt dat restauratie nogal kostbaar is. ln
de Commissie voor het Grondbedrijt is deze zaak in
studie genomen. Spreker hoopt nog op resultaten.
Het geven van vergunning voor het oprichten van
een Lunapark in deze gemeente, is in de Financieele
Commissie besproken. Een dergelijke aanvrage is reeds
vroeger in den Raad behandeld. Toen werd er met
veel voor gevoeld. Spreker deelt mede dat Burgemeester
en Wethouders een aanvrage hebben gehad. Daarop
is geen vergunning verleend. Daarna pas is door de
gemeente Haarlem geïnformeerd of hier vergunning
voor een Lunupark zou worden gegeven. Spreker voelt
ook de ethische bezwaren en gelooft dat ook van ar-
beiderszijde een Lunapark niet gewenscht geacht wordt.
Wat betreft het stichten van goedkoope arbeiders-
woningen, wachten Burgemeester en Wethouders af
of er plannen worden ingediend. Na kennisneming
daarvan kunnen zij een beslissing nemen.
De financieele politiek is eensdeels aangevallen doch
anderdeels ook goedgekeurd. Spreker is voor deze
goedkeuring erkentelijk. Hij brengt ook dank voorden
steun, dien hij van de ambtenaren hierbij mocht on-
dervinden.
Spreker zou willen dat hij zoo goed kon rekenen
als de heer Rijkes. De heer Rijkes wil van den post
„steun aan werkloozen" f 15.000.af doen en meent
dan f 15.000,— over te hebben. Hij vergeet echter dat
Burgemeester en Wethouders dezen post reeds van
f 182.000.— gebracht hebben op f 176.000. dus
reeds f 6000.— hebben bezuinigd. Het door den heer
Rijkes op die manier gevonden bedrag is dan ook
geen f 15 000.maar f 9000.
Spreker merkt op dat de heer Disselkoen gesproken
heeft over de wereldcrisis en dat deze Ihans over-
wonnen is. In Heemstede is daarvan nog niet veel te
bemerken. Spreker gelooft dat men zich blind staart
op de beurs.
Op de door den heer Voors gestelde vraag of de
hoogere ramingen voor de belasting-opbrengsten vöör
